Ruim een jaar na de publicatie van de door mij uit het Russisch vertaalde dichtbundel Metro en mobilisatie, van de vervloekte dichter Igor Bobyrev, verscheen vandaag in NRC een volgens mij behoorlijk moedige recensie van criticus en dichter Obe Alkema.
Onder de titel ‘Oekraïense poëzie laat de oorlog zien die meestal buiten beeld blijft’ plaatst hij ‘Metro en mobilisatie’ naast de door Arie van der Ent uit het Oekraïens vertaalde bundel Ik hoor dat je in Nederland bent… van Daria Lysenko. ‘Twee dichters uit Oekraïne met schijnbaar onverenigbare posities schrijven over een uitzichtloze oorlog. Het levert aangrijpende bundels op over aspecten die tot nu toe buiten beeld bleven.’
‘Poëzie van de achterblijver’, zo noemt Alkema ‘Metro en mobilisatie’. ‘Het gevaar komt […] van alle kanten en dat maakt de vraag waarom hij niet vertrokken is [uit Donetsk] (of alsnog vertrekt) des te schrijnender. Bobyrev bevindt zich in een krankzinnige situatie, al suggereert de zakelijke toon van zijn babbelende regels dat hij het gelaten ondergaat. Maar dat is schijn, want het kolkt in zijn binnenwereld.’
Zowaar vijf sterren, krijgt Bobyrevs Metro en mobilisatie van Alkema in NRC. En wat belangrijker is: zijn recensie doorprikt de infantiele dichotomie tussen ‘good guys’ en ‘bad guys’ (sorry guys!).
