Komende zondagavond wordt de prachtige, ongezien belangrijke en moedige documentaire Tree of Violence van Anna Moiseenko over de kunstenares Viktorija Lomasko vertoond op het documentaire filmfestival Docville, te Leuven. Na afloop modereer ik een gesprek met hen, waaraan ook collega Ria Laenen, professor politieke wetenschappen, zal deelnemen. Hier kan je tickets bestellen.
“De afgelopen tien jaar heeft cartooniste Victoria Lomasko zich toegelegd op het nauwgezet vastleggen van het Rusland van Poetin. Terwijl Poetin een ‘militaire operatie’ start in Oekraïne en Russische dissidenten verkettert, wordt Lomasko geconfronteerd met de harde realiteit dat ze haar werk in Rusland niet langer kan voortzetten. Deze film maakt deel uit van de reeks Draw or Change!, gecreëerd door Vincent Coen & Guillaume Vandenberghe.
De serie Draw for Change zoomt in zes afleveringen in op vrouwelijke cartoonisten van over de hele wereld die maatschappelijke grenzen en normen uitdagen. De film met de Russische kunstenares Victoria Lomasko in de hoofdrol onthult op onthutsende wijze de impact van Poetins macht op het dagelijkse leven van cartoonisten. Slechts een jaar voor de Russische invasie in Oekraïne, begint ze aan een diepgaand onderzoek naar de ingewikkelde verbanden tussen binnenlands en door de staat gesponsord geweld. Ze maakt een historisch verhaal dat zich uitstrekt van de protestwinter van 2021 tot de tragische winter van 2022 en destilleert haar ontdekkingen in wat haar meest ambitieuze muurschildering tot nu toe zou worden.
Voor en na de vertoning kan je de VR experience Existimos Resistimos, meemaken, deze werd speciaal voor de Draw for Change reeks ontwikkeld. (gratis, in dezelfde ruimte)”
Op woensdag 28 februari om 19u deelt collega Vladimir Ronin (KU Leuven), historicus en slavist van het eerste uur, op onze Antwerpse Campus zijn kijk op de manier waarop de Russen reageren op de antiwesterse staatspropaganda waarmee ze dag en nacht worden bestookt.
Deze lezing maakt deel uit van de reeks over de Russisch-Oekraïense oorlog die we in samenwerking met Pax Christi organiseren. Vrije toegang, je kan je inschrijven door me een mailtje (pieter.boulogne@kuleuven.be) te sturen.
Het laatste nummer van Tijdschrift voor Slavische Literatuur (nr. 94, pp. 12-18) bevat een selectie gedichten van Igor Bobyrev, wiens dichtbundel Metro en mobilisatie in mijn vertaling in het voorjaar van 2024 bij Leesmagazijn verschijnt.
***
In Donetsk wonen na de Majdan-opstand, dat is een tragedie. Deze tragedie overkwam Igor Bobyrev, die er in 1985 geboren werd. Aan de plaatselijke universiteit studeerde hij geschiedenis. Ook toen de stad in 2014 op instigatie van Rusland ingenomen werd door pro-Russische gewapende milities, bleef hij er wonen, tezamen met zijn bejaarde moeder.
Bobyrev begon te dichten op twintigjarige leeftijd, in 2005. Zijn gedichten in vrije vers doen denken aan het vroege werk van Kirill Medvedev (Alles is slecht, Biopolitiek), die hem stilistisch beïnvloed heeft. Hij publiceerde in grote Russische tijdschriften als Novyj mir еn Volga. In 2016 verscheen in Moskou, bij de Vrije Marxistische Uitgeverij en Translit, zijn bundel Iedereen weet dat tijdens de oorlog in mijn appartement een bom terecht is gekomen.
Zijn nieuwste dichtbundel, Metro en mobilisatie, schreef Bobyrev tussen maart 2021 en september 2022 in zijn thuisstad, terwijl hij zich schuilhield voor het coronavirus, de mobilisatie (eerst van DNR, daarna van de Russische Federatie) en de bommen. De opgenomen gedichten zijn intimistische miniatuurtjes over zijn leven, gedachten en herinneringen in zijn door geweld geteisterde thuisstad. Ook zijn homoseksuele avontuurtjes vormen een thema.
Bobyrev is een poète maudit, die zich tussen twee vuren bevindt. Met zijn scherpe kritiek op Poetin, die hij ‘een tiran’ noemt, wordt hij verguisd door de vertegenwoordigers van de Z-poëzie. Evengoed willen talrijke pro-Oekraïense dichters een appeltje met hem schillen. In Novaya Gazeta Europe schreef de literaire criticus Siron Broet: ‘Bobyrevs visie komt voort uit de plaats waar hij zich bevindt: de stad Donetsk, waarvan veel vreedzame inwoners zich in deze oorlog alleen voelen te staan. Hun belangrijkste eis is niet politiek, maar menselijk: “Houd op ons te vermoorden”.’
De originele, Russische dichtbundel Metro i mobilisatsija is onlangs verschenen bij LMVerlag in Berlijn, als een eigentijdse tamizdat-publicatie. Pieter Boulogne, die daarbij als redactioneel uitgever betrokken was, vertaalde hem voor Leesmagazijn in het Nederlands. De onderstaande gedichten vormen een voorproefje.
***
toen ik afgelopen zomer in petersburg zat
ben ik meermaals doorgezakt met lokale marginalen
die literaire avonden afschuimden
om dan in een plantsoen vies spul te zuipen
waarvan steevast mijn maag omkeerde
***
een jaar geleden zijn we
naar een boerengat gewandeld
in het kalinski-district
en onderweg kwamen we
een mijnschacht tegen
waarin de fascisten
[tijdens de oorlog]
lijken hebben gegooid
[trouwens
liggen die lijken daar nog
want in totaal zijn [destijds]
niet meer dan 500 mensen
geïdentificeerd
en de rest
is er blijven liggen]
toen we dus
die mijnschacht
genaderd waren
hoorde ik
iemand daar beneden rondlopen
terwijl daar niemand kon rondlopen
waarop sergej zei
dat daar een rivier liep
en dat het daarom leek
alsof daar iemand rondliep
toen we terugliepen
bedachten we
dat al die mensen
waarschijnlijk waren aangevoerd
vanuit andere plekken
omdat je je moeilijk kunt voorstellen
dat de duitsers
in een en hetzelfde stadje
75 duizend mensen
konden vermoorden
dat is onwaarschijnlijk
maar als ze uit andere steden werden aangevoerd
dan is dat wel meer realistisch
***
ik kwam van metrohalte zvezdnaja gelopen
zonder acht te slaan
op wat er rondom mij gebeurde
en toen ik thuis was gekomen
merkte ik dat mijn rugzak openstond
en dat ik een eind met openstaande rugzak [af] had gelopen
diezelfde avond kreeg ik telefoon van een jongen
die mij wilde afzuigen
en toen ik naar beneden ging
was ik vergeten om eerst schoenen aan te doen
dus stond ik daar te wachten in mijn pantoffels
terwijl het sneeuwde
toen hij een tijdje later arriveerde
(hij had daar lang rond zitten lopen
op zoek naar de juiste flat
omdat in die wijk de flats
heel erg op elkaar lijken
en je die makkelijk door elkaar kan halen)
[kortom]
toen we bezig waren te neuken
moest ik terugdenken aan dat voorval met die rugzak
mijn kat vasja moest ik voortdurend terughalen van bij het raam
***
water en bombardementen
twee dingen
die in mijn leven
zijn gebleven
al zijn bombardementen
frequenter
terwijl stromend water
heel zeldzaam is
***
nog wat over de oorlog
een paar dagen geleden
werd water uitgedeeld
in flessen
ook onze buurvrouw ging
flessen halen
toen ze daar aankwam
bleek daar
al tachtig man te staan
allemaal stonden ze
op die flessen te wachten
en die vrouw dacht
dat wachten geen zin had
want dan zou ze
een hele dag staan wachten
en uiteindelijk toch niets krijgen
dus is ze terug naar huis gegaan
***
kun je dan zo lang niet werken
kun je dan zo lang binnen blijven
zelfs als er een jaar voorbijgaat
en wat als je ergens heen moet om een boodschap
[of [gewoon] om wat te eten]
kun je dan naar buiten
maar als je naar buiten gaat
kun je [daarna] dan weer naar binnen
terug naar huis
zeggen alles is oké
alles is rustig
voortaan kun je naar buiten gaan
wees maar niet bang rustig
alles is voorbij
voortaan kun je naar buiten
je zaakjes gaan regelen
waarheen je maar moet
kun je dat dan zeggen
en als dat zo is
wanneer dan
dat woord wanneer
krijgt een mystieke betekenis
want wij zitten hier opgesloten
als groente
als huisdieren
als wezels
al zijn wezels wellicht geen huisdieren
ik heb een kat
waarmee ik thuiszit
en nergens heenga
een paar keer is mijn kat
van mij weggelopen
en dan weer thuisgekomen
hij zat bij de deur
te wachten
om weer binnen te mogen
een paar keer
sprong hij op
tegen mijn raam
(op de begane grond
kun je altijd
[tegen mijn raam]
opspringen)
mijn kat zat daar
te wachten
tot ik het raam opendeed
en hem binnenliet
toen hij bij het raam zat
kwam er telkens een poes aan
dan sprong hij op en krijste
echt geweldig luid krijste hij
(zoals katten krijsen)
dus mijn kat vasja en ik
wij zitten samen
wij kijken films
soms spelen we [met elkaar]
meestal slaapt vasja bij mama
hij ligt tegen haar zij
of ergens op bed
en strekt zich dwars uit
dan wordt hij heel lang
al is vasja een kleine kat
als ik hem in de armen neem
al zeg je niet in de armen
maar eerder op de schoot
als vasja dus bij mij
op de schoot komt
en begint te spinnen
dan is ie heel klein
en als ie neerzit
en mij aankijkt
is ie ook klein
maar op bed wordt hij [altijd] heel groot
hoe komt dat
al komt dat niet door de kat
maar door de opsluiting eenzaamheid
al kan ook de kat eenzaam zijn
al komt het niet door de kat
maar door de opsluiting
en [door] de onmogelijkheid
om gewoon ergens heen te gaan
of naar buiten te gaan
[wat kan ik nog zeggen
zeggen en doen
zijn verschillende dingen
al staan in mijn geval
daden gelijk aan woorden
en heb ik soms de indruk
woorden tekort te komen
woorden die ik niet heb
maar die ergens bestaan
die ergens branden
zitten te wachten
tot ik ze aansteek]
***
gisterenavond keek ik een film
toen ik hoorde dat ze ons bombardeerden
toen ik de gang inliep
bombardeerden ze ons nog meer
ik dacht waarom is mama
haar kamer nog niet uitgekomen
en toen ik de zoveelste explosie hoorde
klopte ik op mama’s deur
[toen] bleek dat zij sliep
en de explosie niet had gehoord
natuurlijk heb ik toen op haar gescholden
want ik was me zorgen beginnen te maken
[daarna is ze opnieuw gaan slapen]
Vertaling Pieter Boulogne
[1] Aleksandr Iljanem (1958) is een experimentele dichter en prozaïst uit Sint-Petersburg. Voor zijn roman Vanity Boutique werd hem in 2007 de Andrej Bely-prijs toegekend. Hij is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Russische queer-literatuur.
Eergisteren, op woensdag 13 december, gaf professor emeritus Emmanuel Waegemans op de Antwerpse campus van de KU Leuven (waar we vertalers en tolken Russisch opleiden) een meeslepende lezing over de complexe geschiedenis van de Krim.
Deze lezing maakt deel uit van een reeks over de Russisch-Oekraïense oorlog die we in samenwerking met Pax Christi organiseren. Je kan alvast de data van de volgende lezingen noteren:
28/2: Vladimir Ronin (KU Leuven): ‘Het beeld van het Westen bij de “gewone Rus”’
17/4: Wim Coudenys (KU Leuven): ‘Onze toekomst ligt in het verleden! Hoe Rusland zijn agressie goedpraat (en er ook mee wegkomt)’
22/5: Ronde tafelgesprek over de toestand van de Russische burgermaatschappij en de zin van de sancties met Ria Laenen (KU Leuven), Joris Van Bladel (Egmont Institute) en Annemarie Gielen (Pax Christi Vlaanderen)
Deze activiteiten vinden plaats in Antwerpen op de Campus Sint-Jacob van de KU Leuven, telkens vanaf 19u. Vrije toegang, iedereen is welkom. Je kan inschrijven door me een mailtje te sturen (pieter.boulogne@kuleuven.be).
Michaël Bellon nam voor BRUZZ een diepgravend interview af van de gevluchte Wit-Russische schrijver Sasja Filipenko, dat ik mocht vertolken. Het was een plezier, want Sasja blijkt een sympathieke peer. Bovendien heeft hij veel te vertellen:
In zijn pas vertaalde roman Hetze beschrijft de Wit-Russische schrijver Sasja Filipenko hoe een kritische journalist door de handlangers van een oligarch wordt getergd opdat hij het land zou verlaten. Filipenko zelf maakte iets gelijkaardigs mee. Hij resideert momenteel in Brussel en treedt aan op het Passa Porta Festival.
“Toen ik op een dag vanuit Rusland in Minsk aankwam en mijn Russische simkaart verruilde voor mijn Wit-Russische kreeg ik een minuut later een anoniem telefoontje van iemand die me vroeg of ik soms een escortekonvooi naar de gevangenis had besteld, waarna werd opgehangen. En in 2015, toen we na de annexatie van de Krim door Rusland aftastten of er misschien weer wat meer mogelijk was in Wit-Rusland, had ik een kritische column geschreven in een tijdschrift. Even later moest ik met de nachttrein naar Sint-Petersburg. Mijn wagon was helemaal leeg, op een enorme manspersoon na, die dat tijdschrift vasthad op de pagina van mijn column. Hij zei dat ik er goed aan zou doen een beetje voorzichtiger te zijn in de toekomst.”
Aan het woord is de Wit-Russische schrijver Sasja Filipenko, die enkele weken in residentie is bij Passa Porta. Filipenko is pas 38, maar heeft al een lange staat van dienst. Hij werkte voor televisie in Rusland en is schrijver van vijf romans die in zestien talen vertaald werden. Zijn debuut De ex-zoon was al kritisch voor de dictatuur in Wit-Rusland, en hij staat nog altijd in contact met de verbannen Wit-Russische oppositieleidster Svetlana Tichanovskaja. Zij leidde de protesten na de vervalste verkiezingen van 2020, die dictator Aleksandr Loekasjenko aan de macht hielden. Met opiniebijdragen in internationale kranten blijft Filipenko de situatie in zijn land, maar ook in Oekraïne en Rusland, aanklagen.
Twee keer ontsnapte Filipenko aan een arrestatie. Eén keer in Wit-Rusland en één keer in Rusland, dat dissidenten aan Wit-Rusland uitlevert. Filipenko’s verhaal is daardoor veel gelijkenissen gaan vertonen met zijn roman Hetze uit 2016, die nu naar het Nederlands vertaald is. In die zwarte tragikomedie wordt een kritische journalist op verschrikkelijke wijze getreiterd en getergd in opdracht van een oligarch die hem het land uit wil.
Na omzwervingen in verschillende landen heeft Filipenko net een vaste stek in het Zwitserse Bazel verworven. Nu maakt hij samen met schrijvers als Annie Ernaux, Timothy Garton Ash, Vladimir Sorokin, Mohsin Hamid, Claudio Morandini, Lize Spit en Tom Lanoye deel uit van het programma van het Passa Porta Festival. Omdat het festival dit jaar ook de ICORN Network Meeting van internationale vluchtsteden voor bedreigde schrijvers, kunstenaars en journalisten in ballingschap ontvangt, staan verschillende programma’s in het teken van vlucht en verbeelding.
Was u al eerder in Brussel geweest? Sasja Filipenko: Op doorreis. Dit is de eerste keer dat ik de mogelijkheid heb om de stad te bestuderen en met mensen te praten. Voorlopig begrijp ik er niets van! Van steden als Parijs, Rome, Londen of Amsterdam krijg je al redelijk snel een eerste indruk van hoe ze in elkaar zitten, maar in Brussel kan ik daar mijn vinger nog niet op leggen. Het is duidelijk een multiculturele stad, maar ik heb er meer tijd voor nodig. Ik lees nu alle Vlaamse boeken in Russische vertaling die hier in de kast staan: gisteren David Van Reybrouck, vandaag Anne Provoost, morgen Hugo Claus. Voor de rest wandel en fitness ik. Met schrijven in de strikte zin ben ik nog niet bezig. Ik ben veel aan het nadenken, en ’s avonds op café maak ik aantekeningen. Schrijven is voor een volgende fase.
Ook u bent als televisiemaker én schrijver, en als Wit-Rus van een Tataars-Russische moeder en een Oekraïens-Wit-Russische vader niet zo makkelijk samen te vatten. Filipenko: Die vermenging van etniciteiten is heel typisch voor de post-Sovjetruimte. Voor de rest ben ik een Wit-Russische auteur die in de Russische taal schrijft (in Filipenko’s geboortestad Minsk is Russisch courant, red.). Ik heb een succesvolle carrière gehad bij de televisie, maar wilde altijd graag schrijven en me met literatuur bezighouden.
Waaruit bestond dat televisiewerk? Filipenko: In het begin van mijn carrière heb ik gewerkt voor Kanaal 1, de belangrijkste overheidszender van Rusland, waar ik grappen schreef voor Projektor Paris Hilton, het bekendste satirische programma van Rusland. Hierin werd het nieuws becommentarieerd. Ik ben bij Kanaal 1 weggegaan omdat ik aan den lijve ondervond hoe de censuur zijn werk deed. Rusland is een groot land met verschillende tijdzones, waardoor ons programma in eerste instantie in Vladivostok werd uitgezonden en dan via steden als Jekaterinenburg en Kazan stelselmatig dichter naar Moskou kwam. Zo kon je er in real time getuige van zijn hoe sommige moppen uit het programma werden geknipt. Sommige bleven in de Oeral hangen, anderen konden in Kazan niet meer door de beugel. Daarom werd Vladivostok grappend de meest vrije regio van Rusland genoemd. Toen er in 2011 wat zogenaamde politieke dooi was onder president Dmitri Medvedev en er wat meer gelachen kon worden, ben ik overgestapt naar de oppositiezender TV Rain (of Dozhd TV), waar ik onder meer meewerkte aan een satirische latenightshow waarin de hele Russische actualiteit te grazen werd genomen. Op dit moment is er geen enkel politiek programma meer in Rusland waarin je grappen kan maken over de politieke actualiteit. Terwijl humor een belangrijk wapen is waar dictaturen bang voor zijn.
Kunt u het verhaal van uw vlucht uit Wit-Rusland nog eens vertellen? Filipenko: In 2020 nam ik deel aan de protesten in Minsk en onderhield ik op internet het project ‘Solidaire literatuur’ met bekende auteurs. Op een dag belde een vriend me op met de vraag waarom ik nog niet was vertrokken. Via de belangrijkste massamedia in Wit-Rusland was een heksenjacht geopend op de bekendste Wit-Russen die hadden deelgenomen aan de protesten. Daar stond een grote foto bij van mij met een protestbord, en een lijst met namen. De eerste twee waren al gearresteerd. Ik was de derde op de lijst.
Via Rusland ging ik naar Oostenrijk, maar ik ben toch nog even naar Rusland teruggekeerd om de literaire Yasnaya Polyana-prijs in ontvangst te nemen. Toen ik op de luchthaven in Moskou aankwam, werd ik gearresteerd om uitgeleverd te worden aan Wit-Rusland. Daar werd ik in de propagandapers beschuldigd van het rehabiliteren van nazisme en extremisme, waarvoor je twaalf jaar kon krijgen. Ik heb drie uur vastgezeten, maar uiteindelijk heeft iemand kennelijk besloten dat de prijsuitreiking beter zonder schandalen zou verlopen en werd ik vrijgelaten.
Ook vandaag laat men u nog niet met rust. Filipenko: Gisteren was er nog een hetze in de propagandamedia in Rusland nadat een journalist van Deutsche Welle mij had gevraagd of het mij niet stoorde Russisch te spreken, omdat dat de taal van de aggressor is. Ik antwoordde dat mij dat niet stoort, dat Russisch geen eigendom van Poetin is, en zelfs niet van Rusland. En dat het een goede zaak zou zijn om de Russische taal van Poetin af te nemen om te tonen dat het niet alleen de taal is van de terreur, maar ook de taal kan zijn van vrijheidslievende en liberale waarden. De volgende dag verscheen op een medium van de orthodoxe Kerk in Rusland het bericht dat ik de Russen zou verbieden nog Russisch te spreken. Alle propagandakanalen hebben die onzin verder verspreid.
Welk leven leiden uw boeken ondertussen in Wit-Rusland en Rusland? Filipenko: In Minsk, waar ik ben geboren en twintig jaar heb geleefd, is een bekende boekenwinkel waar mijn boeken niet in het zicht liggen, maar wel nog kunnen worden gekocht in een achterkamertje, als je ernaar vraagt. Zoals drugs. De opvoering van mijn toneelstuk Rood Kruis, gebaseerd op mijn gelijknamige boek, is verboden in Moskou.
Hoe heeft de ballingschap uw schrijverschap beïnvloed? Filipenko: Het voorbije jaar heb ik me vooral toegelegd op journalistiek en essayistiek om in kranten als Le Figaro en The Guardian te vertellen wat er op dit moment in Wit-Rusland gebeurt. Door de inval van Rusland in Oekraïne schijnt iedereen te vergeten dat veel mensen in Wit-Rusland hebben gestreden voor de vrijheid. Van de ene op de andere dag zijn we medeagressor geworden.
Hoe gaat het met u persoonlijk? Het is een opluchting dat u nog altijd kan lachen. Filipenko: Dat is een van mijn zelfverdedigingsstrategieën. Lachen is heel belangrijk om niet gek te worden. Een andere uitlaatklep is roeien. Op een meertje in Bazel en in de fitness. De laatste jaren waren moeilijk en stresserend. Een van de personages in mijn boeken zegt dat als je je jezelf niet kan helpen, je anderen moet helpen, dat heb ik de voorbije jaren proberen te doen. Maar op een bepaald moment is het vat leeg, en was, zoals in een vliegtuig in nood, het moment gekomen om eerst zelf het zuurstofmasker op te zetten en aan zelfzorg te doen.
Hoopt of denkt u dat de oorlog in Oekraïne onrechtstreeks ook de dictatuur in Wit-Rusland kan ondermijnen? Filipenko: Ik zou natuurlijk willen dat Oekraïne deze oorlog wint, want als Poetin verliest, dan verliest Loekasjenko ook. Maar eerlijk gezegd zie ik niet hoe een van beide partijen een overwinning kan boeken. Het lijkt eerder een lang smeulend conflict te worden. In Europa is men gerustgesteld wanneer de oorlog tot Oekraïne beperkt kan blijven, en helaas denk ik dat dat het meest realistische scenario is, al wil ik me heel graag vergissen en zien dat Oekraïne wordt hersteld binnen de grenzen van 1991
Met welke motivatie heeft u in 2016 het profetisch gebleken Hetze geschreven? Filipenko: Ik werkte toen nog als journalist voor TV Rain en had veel bevriende journalisten die werkten voor onafhankelijke media. Die hadden allemaal te kampen met georganiseerde hetzes tegen hen. We denken aan vervolgde journalisten wanneer ze gevangen worden genomen, gedood of gedwongen worden te emigreren. Het boek toont dat er meer intimidatievormen zijn, waarbij soms dagdagelijks druk wordt uitgeoefend. Ik heb zelf ervaren hoe mijn Instagram-account elke dag overladen werd met bedreigingen en scheldpartijen. Je kan je daar psychologisch tegen proberen te beschermen, toch heeft dat invloed. Ik wilde het ook hebben over het feit dat een journalist zich daar misschien wel kan op instellen, maar zijn gezin misschien niet, terwijl ook zij slachtoffer kunnen worden.
De belaagde journalist Anton Kwint blijft verrassend kalm onder de terreur. “Moedige mensen zijn altijd naïef,” staat ook in het boek. Filipenko: Kwint is natuurlijk niet echt naïef, want hij is goed op de hoogte, maar hij houdt vast aan zijn idealen. Naïviteit in de goede zin van het woord is belangrijk, want in dictaturen probeert de overheid journalisten cynisch te maken, opdat ze niet meer zouden geloven dat ze nog iets fundamenteels kunnen veranderen. Wie gelooft in de maakbaarheid van de samenleving vormt een bedreiging voor het systeem van de machthebbers. Daarom worden liberale vrijheidslievende journalisten in eerste instantie ook alarmisten genoemd. Er wordt gezegd dat zij overdrijven, alles in de donkerste kleuren neerzetten, en alleen maar kritiek leveren. Toen ik in Hetze schreef over iemand die veroordeeld werd voor een volledig lege Facebook-post, vond iedereen dat grappig. Maar in die tijd zag je al dat Rusland die kant op ging, en nu zien we dat iemand die met een leeg blad protesteert, inderdaad gearresteerd kan worden.
Dit gesprek kwam tot stand met de hulp van de Russische tolkopleiding van de KU Leuven (campus Antwerpen).
“Wie het heeft over ‘ademnood’, kan niet heen om Метро и мобилизация (Metro en mobilisatie): het laatste boek van de Russischtalige dichter uit Donetsk Igor Bobyrev, dat op de grens van 2022 en 2023 in Duitsland verschenen is. De figuur Bobyrev lijkt door de vertegenwoordigers van de Z-poëzie even antipathiek bevonden te worden als door talrijke anti-oorlogsdichters. Enerzijds schrijft hij uitgesproken anti-oorlogspoëzie en staat hij kritisch tegenover het Poetinregime, anderzijds bekritiseert hij de Oekraïense autoriteiten en de anti-oorlogsoppositie. Zijn visie komt voort uit de plaats waar hij zich bevindt: Donetsk, waarvan veel vreedzame inwoners zich in deze oorlog alleen voelen te staan, en wier belangrijkste eis niet politiek, maar menselijk is: ‘Houd op ons te vermoorden’.
Het boek van Bobyrev, en dan vooral het tweede deel, is een psychologisch document van een man in een door de oorlog bevangen stad. De plaats van de handeling is een appartement dat je onmogelijk kan verlaten zonder ten prooi aan de mobilisatie te vallen. Maar dit appartement kan eveneens getroffen worden door een bom. De ruimte in de gedichten wordt verscheurd tussen thuis en de buitenwereld, die altijd bedreigend is. Trouwens zijn de grenzen van het appartement niet hermetisch. De ongure straatlucht van de oorlog dringt er naar binnen door onzichtbare scheuren in de muren, en zaait afwisselend verschrikking en wanhoop. De gewoonte van de oorlog gaat gepaard met de onmogelijkheid om eraan te wennen: ‘heel lang werden we gebombardeerd / heel lang heb ik geprobeerd te schrijven / iets aan te vangen / een film te bekijken / ik moest hem vaak onderbreken om naar het toilet te gaan / daar te schuilen / mama lag op de grond / alsmaar moest ik onze kat Vasja afhouden van het raam’.
Maar naast ‘de droge documenten’ ontstaan helemaal andere teksten: lyrische innerlijke monologen, die geschreven zijn als een gedachtestroom en als herinneringen aan kleine geneugtes van het leven, zoals een nachtelijke wandeling met een weggegane vriend of lekkere goedkope soep in een restaurant. Het zijn eigensoortige gebeden gewijd aan een vredig leven, dat complex en diepzinnig is in zijn eenvoud van alledag, die natuurlijk enkel maar vanwege de gewoonte eenvoudig lijkt. Met zijn herinneringen (met zijn gedichten, met zijn dagboek) weet Bobyrev de grenzen van zijn opsluiting als het ware te verbreden, geeft hij aan de ongure oorlogslucht een nieuwe invulling, probeert hij daaruit de voor de levende mens in alle opzichten nefaste oorlog te verdringen. Zo wordt het boek een krachtig verhaal over het streven naar zelfbehoud.”
[“Говоря об удушье, нельзя не упомянуть новую книгу русскоязычного поэта из Донецка Игоря Бобырева «Метро и мобилизация», которая вышла на рубеже 2022–2023-го в Германии. Фигура Бобырева кажется равно антипатичной и для представителей Z-поэзии, и для многих антивоенных авторов. С одной стороны, он пишет отчетливо антивоенные стихи и критически настроен к путинскому режиму, с другой — критикует украинскую власть и антивоенную оппозицию. Его взгляд определен местоположением — Донецком, для многих мирных жителей которого в этой войне, кажется, вообще нет своих, а главное их требование не политическое, а человеческое: «Прекратите нас убивать».
Книга Бобырева и, прежде всего, ее вторая часть — психологический документ человека в охваченном войной городе. Место действия — квартира, из которой если выйдешь, то обязательно попадешь под мобилизацию. Но и в квартиру может прилететь снаряд. Пространство в стихах расколото на свое и наружное — всегда угрожающее. Впрочем, квартирные границы тоже проницаемы. Жесткий воздух военной улицы просачивается сквозь невидимые щели в стенах, порождая то ужас, то безнадежность. Привычка к войне сочетается с невозможностью к ней привыкнуть: «очень долго сегодня бомбили / очень долго пытался писать / что-нибудь делать смотрел фильм / приходилось часто прерывать и идти в туалет / там прятался / мама легла на полу / постоянно оттаскивал от окна своего кота Ваську».
Но рядом с «сухими документами» возникают совсем другие тексты — лирические внутренние монологи, записанное течение мыслей и воспоминаний о повседневных мелочах вроде ночной прогулки с уехавшим другом или дешевого вкусного супа в ресторане. Своего рода молитвы о мирной жизни, сложной и глубокой в простейших повседневных вещах, которые, конечно, только из-за привычки кажутся простыми. Воспоминаниями (и стихами, и этим дневником) Бобырев как бы расширяет границы своего заключения, перезаряжает жесткий военный воздух, вытесняя из него саму войну, во всех смыслах посягающую на живую личность. Так книга становится и сильной историей самосохранения.”]
Igor Bobyrev loopt gevaar in Donetsk. Hij wil niets liever dan samen met zijn bejaarde moeder en kat wegtrekken, maar heeft daarvoor nog niet de nodige financiële middelen. Wie dat wil, kan hem steunen. PayPal: ivan_sokolov@berkeley.edu (vermelding: ‘for IB’).
In Berlin, the small publishing house LMVerlag has just brought out, in Russian language, Igor Bobyrev’s poetry book Метро и Мобилизация (‘Metro and Mobilization’), which I had the honor of editing.
You can order your copy (in Russian!) of this limited tamizdat edition at the publisher’s webshop. Translations in German and Dutch will follow in the course of 2023.
About the author
Igor Bobyrev is a Russian-speaking poet who feels he’s caught between two fires. His poems and fate are the poems and fate of a real contemporary poète maudit.
He was born in Donetsk in 1985, where he graduated from the Faculty of History of Donetsk National University. After the outbreak of the war in Donbass, he continued to live in his native city.
He began writing poetry at the age of twenty. His free verse recalls the early works of the Moscow poet Kirill Medvedev (“It’s No Good”), who has had a great stylistic influence on him. He has published in, among other Russian journals, Novy Mir and Volga. In 2016, Translit and the Free Marxist Publishing House published his collection ‘Everyone knows that during the war my apartment was hit by a shell’.
The present collection, entitled Метро и Мобилизация (‘Metro and Mobilization’), consists of poems written during the war and the covid pandemic, from March 2021 to September 2022. They are intimate miniatures about the author’s personal life in a war-torn city. His homosexual adventures are also a recurring theme in his new poetry.
Reviews of Метро и Мобилизация (‘Metro and Mobilization’)
Dmitry Volchek, poet, translator, editor-in-chief of the Russian-language website of Radio Liberty:
“You’re looking at a book written in a city that in 2014 became one of the most dangerous and miserable cities in the world. When death is hunting you, you become a poet to enchant and deceive it.”
Anton Ochirov, poet, artist, curator:
“In the battling city of Donetsk, Igor Bobyrev has found the most important thing: the possibility of a personal speech. This speech, balancing between figures of rhetoric, self-limitations and the assertion of personal ethics, quite amazingly reveals an immediate reality, providing us with both a testimony and a document. It also serves as a vivid confirmation that the poetic ‘project’ contains the option ‘salvation’ – that is, the possibility of survival on the exclusively traumatic roller coaster of our ‘Big History’.”
Kirill Medvedev, poet, activist, publisher:
“Live there, where you cannot live! This is what Dmitry A. Prigov, the classic of Soviet conceptualism, recommended to young poets. The Post-Soviet history, as a fate, did not wait for the poet Igor Bobyrev, and turned his city Donetsk into a place where it is almost impossible to live, and where one can be, if one is persistent enough, completely free in poetry.”
Kirill Medvedev (1975, Moskou) is bij ons bekend als neomarxistisch dichter, activist en essayist dankzij de bij Leesmagazijn verschenen bundels Alles is slecht: gedichten, essays, acties (2014) en Biopolitiek (2017). Zijn gedichten, geschreven in vrije vers, zijn rauw, onopgesmukt. In zijn analyses is hij vlijmscherp voor de Russische intelligentsia, die hij al twee decennia lang een flagrant gebrek aan politiek bewustzijn verwijt.
Enige tijd na de invasie van de Russische troepen in Oekraïne van 24 februari 2022 reisde Medvedev naar België. Hij stond er zijn echtgenote, de gelauwerde cineaste Anna Moiseenko (die momenteel een documentaire maakt voor Clin d’oeils films), bij toen ze er van hun zoontje beviel. Op 23 september 2022 trad hij op in Brussel tijdens de opening van de internationale poëziemarkt Poetik Bazar. Behalve eerder gepubliceerd werk droeg hij er ook nieuwe weerspannige verzen voor. Op vraag van de organisator, het literatuurhuis Passa Porta, vertaalde ik ze in het Nederlands. Ze zijn opgenomen in het nieuwste nummer (91) van Tijdschrift voor Slavische Literatuur.
A propos, in 2023 verschijnt bij Leesmagazijn in het Nederlands vertaald werk van een dichter die sterk beïnvloed is door het vroege werk van Medvedev, namelijk Igor Bobyrev (die we eerst in het Russisch uitgeven). Het grootste verschil tussen beiden is dat de laatstgenoemde een tragedie beschrijft: het leven in de stad Donetsk. Later meer daarover.
///
Enkel op facebook gaat alles goed met mij,
geslaagde kiekjes vanop mooie plekken,
interessante gedachten, reisjes, respect van veel friends,
aan elke westerse universiteit, waar ik maar wens,
kan ik starten zonder examens,
maar mijn leven loopt helemaal anders:
een ongestructureerde zooi,
de sleur van de cafés,
dan mijn pa, mijn ma, hun gezeur,
op mijn eentje kreeg ik de huur niet bij elkaar,
een intellectueel beroep is kwetsbaar,
intellectuele eigendom is kwetsbaar,
mannen zijn infantiel, niet om aan te zien, maar wel brutaal,
er zijn er goeie bij, maar bijna nooit ben ik bevredigd,
terwijl een schuldgevoel daarover me pijnigt,
fuck hem, denk je, maar dan moet je ook nog eens opboksen
tegen die kutzooi die me voortdurend tegenwerkt,
die voortdurend tegenwerkende kutzooi.
Zo zit het offline. Maar is op facebook niet alles beeldmooi?
Ik heb altijd openlijk over die dingen kunnen praten,
maar het is nu eenmaal niet netjes om de hele tijd te kijven.
Rusland, Rusland, mijn moederland, is ziek.
Laat het hemelse leger mij inlijven.
///
Enkel revolutie
Zo, zeggen we,
op dit punt is revolutie onze enige optie.
Enkel revolutie
kan ons op dit punt nog helpen
in onze appartementen rond te hangen.
Enkel revolutie kan ons nu nog in staat stellen
op sociale media te zitten zeuren
dat het allemaal niets uithaalt.
Enkel revolutie kan ons nu nog helpen te ruziën,
de ander voor rotdefaitist uit te maken.
Ten langen leste zal enkel zij ons met de vraag confronteren:
moeten we hem smeren, vandaag of morgen?
Enkel revolutie.
Enkel revolutie helpt ons vandaag
ons in boeken te begraven.
Enkel zij maakt dat wij
ons compromisloze radicalen kunnen voelen
of beheerst en wijs,
anders konden we dat hele gedoe gewoon de rug toekeren.
Maar daartoe is voorlopig geen kans,
ga mee protesteren, kameraad,
blijf niet zitten
op je praatzieke opportunistische reet.
///
Allemaal zigeuners
Allemaal zigeuners woonden in de 1-Meistraat.
Allemaal Russen woonden in de Sovjetstraat.
De 1-Meistraat konden we maar beter mijden.
Af en toe hadden we scheld- en vechtpartijen.
Via de tuinen grensde ons huis aan dat van zigeuners.
Ze glipten ons territorium binnen voor onze appels.
Op de plaats waar ze onze tuin insprongen vanop het hek,
plaatste mijn opa een val: een in het gras verstopte plank
waaruit een stel nagels omhoog stak.
Eén zigeuner, Valerka, was onze vriend,
speelde voetbal met ons mee.
Hij bracht nog zigeuners mee.
Een keer, ’s avonds laat, terwijl ik met vrienden op een bankje zat,
liep een zigeunermeid door onze straat.
Terwijl op haar het licht viel van de maan,
trok ze haar lange rok op, bijna tot aan haar middel.
Ik sliep op het terras, waar het rook naar onze appels.
Even hoorden we vanop het dak luid getrappel.
Zigeuners, dachten we, maar het waren katten,
een onwaarschijnlijk kabaal, een akoestisch effect,
waarschijnlijk te wijten aan het leien dak.
Enkele jaren geleden bezocht ik met kameraden dat stadje,
om er een documentaire te draaien over de plaatselijke verkiezingen.
Daarin kreeg de anti-zigeunerkandidaat de volle steun
Готовится к выходу в тамиздате: Бобырев, Игорь. «Метро и мобилизация». Берлин/Амстердам: издательство «LMVerlag», 2023. 196 с. Под редакцией П. Булоня. ISBN: 978-90-833037-1-0.
Игорь Бобырев – русскоязычный поэт, оказавшийся меж двух огней. Его стихи и судьба – это стихи и судьба настоящего современного «проклятого поэта».
Он родился в Донецке в 1985 году. Окончил исторический факультет Донецкого национального университета. После начала войны в Донбассе продолжает жить в родном городе.
Писать стихи начал в возрасте двадцати лет. Его свободный стих напоминает ранние работы московского поэта Кирилла Медведева («Все плохо», «Вторжение»), оказавшего на него влияние. Публиковался в журналах «Новый мир» и «Волга». В 2016 году в книжной серии альманаха «Транслит» и «Свободного марксистского издательства» вышел его сборник «Все знают, что во время войны в мою квартиру попал снаряд».
Сборник «Метро и мобилизация» состоит из стихотворений, написанных во время войны и пандемии ковида – в период с марта 2021 по сентябрь 2022 года. Это интимные миниатюры о личной жизни в охваченном войной городе. Гомосексуальные приключения автора также являются повторяющейся темой его новой поэзии.
ОТЗЫВЫ О КНИГЕ «МЕТРО И МОБИЛИЗАЦИЯ»
Дмитрий Волчек, поэт, переводчик, главный редактор сайта Радио Свобода:
Перед вами книга, написанная в городе, который в 2014 году стал одним из самых опасных и несчастных городов на свете. Когда за тобой повсюду охотится смерть, ты становишься поэтом, чтобы ее заколдовать и обмануть.
Кирилл Медведев, поэт, активист, переводчик, издатель:
«Живите там, где жить нельзя!» – рекомендовал молодым поэтам классик советского концептуализма Дмитрий А. Пригов. Постсоветская история как судьба догнала поэта Игоря Бобырева, сделав его город Донецк местом, где почти невозможно жить и где можно, при определенном упорстве, быть полностью свободным в поэзии.
Антон Очиров, поэт, художник, куратор:
В воюющем Донецке Игорь Бобырев нашел самое важное – возможность личной речи. Эта речь, балансируя между фигурами риторики, самоограничениями и отстаиванием персональной этики, удивительным образом открывает непосредственную реальность, воспринимаясь одновременно как свидетельство и документ. Так же она служит наглядным подтверждением того, как в поэтическом «промысле» заложена опция «спасения», то есть возможности выживания под исключительно травмирующим катком «большой истории».
A couple of weeks ago, my article ‘From One Jail to Another. Pavlensky’s Arson of the Bank of France as (Un)Successful Cultural Transfer and Self-Translation’ was published in a special issue of the journal Interférences littéraires, entitled Paradoxes and Misunderstandings in Cultural Transfer/Paradoxes et malentendus dans les transferts culturels.
My contribution is about the Russian artist Pavlensky. In order to protest the power of French bankers, in October 2017 he set fire to a branch of the Bank of France, at the Place de la Bastille in Paris. In my article, I propose to consider this action as a case of self-translation.
Special thanks to Capucine Henry, who kindly granted me the reproduction rights of this photo.
“C’est bien dans l’optique de s’émanciper des cadres nationaux que Pieter Boulogne propose une ouverture du concept de transfert à un ensemble de pratiques intersémiotiques, inter- et intralinguistiques, qu’il entend lier à une compréhension élargie du concept de traduction en traductologie. L’étude de cas présentée ici se réfère à une péripétie récente de la longue histoire culturelle entremêlée de la Russie et de la France, soit une performance spectaculairement subversive de l’artiste russe Pyotr Pavlensky à Paris en octobre 2017. À l’occasion du centième anniversaire de la Révolution d’Octobre, ce dernier, exilé en France, a mis le feu au siège de la Banque de France. Bien que cette action n’ait pas été perçue comme une transposition de l’esprit révolutionnaire, il y a matière à l’analyser comme un « auto-transfert », voire une sorte d’« auto-traduction ». Car l’un des textes sources, pour ainsi dire, de Pavlensky était une performance réalisée auparavant à Moscou : l’incendie qu’il avait perpétré au siège du FSB, le service fédéral de sécurité de la fédération de Russie. Un des paradoxes politiques exposés ici est que l’un des symboles de l’opposition artistique au Kremlin, accueilli en France au nom de la liberté d’expression face aux régimes totalitaires, a fini par se retrouver derrière les barreaux français. Mais sous l’angle de l’histoire des transferts culturels inscrit dans le long terme, la réception de la performance de Pavlensky s’inscrit dans une tradition de longue durée d’un « paradigme romantique » et national. Tandis que l’art de Pavlensky actualise, dans son projet, la diffusion de l’artefact démocratique et culturel des « idées de 1789 » et perpétue dans ce sens la tradition des échanges franco-russes, son accueil en France méconnaît la tradition transnationale des avant-gardes dans laquelle il réaffirme, en acte, son inscription radicale et de gauche. Dans cette perspective, le transfert, vu sous divers angles, est échec et succès à la fois, mais avant tout bien circulation et transformation, dans le sens de la plus grande mobilité et hospitalité du concept.”
Once upon a time, my university, KU Leuven, hosted an educational program in Slavonic Studies, in which I used to teach Russian literature, culture and grammar. Ruben Coomans was among the very last generation of students who graduated in this program. In 2020, he wrote a splendid master thesis on Zelensky’s performance as the fictitious President of Ukraine in the television series Servant of the People. During the last two years, I had the pleasure of reworking it, together with Ruben, into a scientific article, which now has been published in the peer reviewed journal Image & Narrative.
Here’s the abstract:
When the current President of Ukraine, Volodymyr Zelenskyi, ran for election, the electorate only knew him as an actor. In the widely acclaimed satirical TV series Servant of the People, he played an inspiring but clumsy teacher who, out of indignation at the corrupt state of Ukrainian politics, successfully makes a bid for the presidency and aims to reform his country. This TV series has been accused of being political marketing, but a systematic analysis of its marketing potential has not yet been made. This article want to fill this gap by performing a screen character analysis. As it turns out, as a fictional being, the lead character bears a striking physical resemblance to Zelenskyi. His most striking trait is modesty. He is driven by a high sense of responsibility, guarantying his moral integrity. As an artifact, the lead character is portrayed as a part of the common people. As a symbol, he equals servitude to people, but also the historical person who plays him. It is concluded that the confusion between Zelenskyi and the lead character allows for labelling the TV series Servant of the People as a unique example of political marketing with the potential of a self-fulfilling prophecy.
Ruben and I would like to express our sincere gratitude to Prof. Dr. Kris Van Heuckelom for his useful theoretical advice.
To watch an interesting fragment of the TV show Servant of the People, you can click here.
Voor de Vlaamse krant De Standaard (28 september 2022, pp. 26-27) schreef ik een opiniestuk over onze omgang met de Russische mobilisatie.
Sinds op 21 september 2022 de zogezegde gedeeltelijke mobilisatie in Rusland is afgekondigd, zijn er in de Russische provincie al volledige dorpen van hun werkzame mannelijke bevolking gestript. In Moskou hebben anti-mobilisatiedemonstranten tijdens hun arrestatie, bij wijze van straf, een oproepingsbrief voor het leger gekregen. De Tsjetsjeense president Ramzan Kadyrov gaat er prat op dat de mobilisatie in zijn deelrepubliek niet plaatsvindt, maar in de praktijk worden mannen er onder dwang naar Oekraïne afgevoerd. Er zijn nieuwe Russische wetten in de maak die aan dienstweigering zware gevangenisstraffen koppelen. Advocaten zijn alvast gewaarschuwd dat hulp aan dienstweigeraars hen duur te staan zal komen. Poetin heeft deze repressie nodig, want ondanks de dolgedraaide propaganda heeft de Russische bevolking, zeker in Sint-Petersburg en Moskou, geen animo voor de oorlog. Maar helaas kunnen de Russen al lang niet meer wegen op het beleid.
Om uiting te geven aan zijn machteloosheid, stak gisteren een man in Rjazan zichzelf in brand. Hij riep uit: ‘Ik wil niet naar het front’. Hij is afgevoerd naar het ziekenhuis. Ten noorden van Irkoetsk schoot een jongeman de commandant van een rekruteringscentrum neer, omdat zijn beste vriend was opgeroepen. Hij wordt berecht. Her en der wordt een rekruteringscentrum in brand gestoken, en vervolgens geblust. In de deelrepubliek Dagestan vinden hevige straatprotesten tegen de mobilisatie plaats. Betogers worden hardhandig aangepakt. De mobilisatie gaat door.
Een van de weinige opties die de opgeroepen mannen en (verpleegkundig geschoolde) vrouwen nog hebben om hun menselijkheid en hun leven te beschermen, is stemmen met de benen: wegvluchten. Dat is heel moeilijk geworden, want hoe raak je het land nog uit? Vliegtuigtickets zijn uitverkocht of onbetaalbaar, niet iedereen heeft een geldig reispaspoort, de grenscontroles worden opgeschroefd, en er staan monsterfiles aan de grenzen met Georgië, Kazachstan en Mongolië.
De voormalige president van Mongolië, Tsahiagiin Elbegdorzj, riep de Russen op om in geen geval bloed te gaan vergieten in Oekraïne. ‘Wij, Mongolen, zullen jullie onthalen met open armen en een open hart,’ verklaarde hij op zaterdag 24 september 2022. Ook Charles Michel pleit voor een Europese opvang van dissidente gevluchte Russen. In Duitsland klinkt al: ‘wir schaffen das’.
Onze premier Alexander De Croo (VLD) daarentegen laat zich in het tv-programma De zevende dag ontvallen dat België niet van plan is om Russische dienstweigeraars op te vangen: “Vandaag keert België bijna geen visa uit aan Russen en voorlopig wil ik dat graag zo houden.”
Daarvoor geeft hij twee argumenten. Ten eerste herkauwt hij het Franse spreekwoord “Quand tous les dégoûtés s’en vont, il n’ya que les dégoûtants qui restent” (als al diegenen die walgen weggaan, blijven alleen de walgelijken over). Terwijl het waar is dat de Russen een collectieve verantwoordelijkheid hebben om zich te verzetten tegen het Poetinregime, klinkt de uitspraak toch heel gemakzuchtig. In een land waar grondrechten gerespecteerd worden, en burgers in staat zijn om zelf hun leiders te kiezen, of desgevallend te doen ophoepelen, zou het wel hout snijden: de walgenden pakken met vereende krachten aan wat walgelijk is, en de samenleving kan weer verder. Helaas is Rusland niet zo’n land. Met behulp van een geoliede repressiemachine, kan een groep walgelijken het klaarspelen om een numeriek veel grotere groep walgenden te terroriseren en desnoods te verwerken tot kanonnenvoer. Mij lijkt het onethisch om van alle Russen te eisen dat zij zich daaraan blootstellen.
Ten tweede zou het “een moeilijk signaal” zijn ten opzichte van de Oekraïense vluchtelingen, aldus De Croo, om ook Russen te gaan opvangen. Nog los van de vraag of dit wel degelijk een onoverkomelijk samenlevingsprobleem moet opleveren (volgens mij niet): is het voor de Oekraïense zaak niet oneindig veel beter dat Russen en masse de inlijving in het Russische leger ontlopen in plaats van het te versterken? Iedere Russische man die zich aan de mobilisatie onttrekt, is een soldaat minder om de misdadige plannen van het Russische leger in Oekraïne uit te voeren. Niet alleen vanuit ethisch standpunt, maar ook vanuit pragmatisch standpunt, zouden we de Russische dienstweigeraars dus beter de hand reiken, door ze op te vangen zolang de mobilisatie verdergaat.
A propos, premier, nu we het toch over ethiek en pragmatiek hebben: hoe zit het met ons importverbod op de Russische diamant?
De Russische dichter en activist Kirill Medvedev tijdens de openingsavond van Poetik Bazar (Brussel, 23 september 2022), waar hij oud en nieuw werk voordroeg.