Maandelijks archief: december 2014

Alles is slecht in eindejaarslijstjes van De Standaard en literair weblog Tzum

2014 ligt in allerlei vormen op zijn sterfbed, ook als boekenjaar. Op de eindejaarslijstjes die het Vlaamse dagblad De Standaard en de Nederlandse literaire weblog Tzum naar aanleiding van dat nakende sterfgeval hebben opgesteld, staat ook Alles is slecht van Kirill Medvedev.

tzumVoor Obe Alkema, recensent van Tzum, was Alles is slecht het beste boek van 2014, en wel hierom:

“Het beste boek van 2014 is voor mij Alles is slecht van Kirill Medvedev. De combinatie van (kritisch) proza, poëzie en activisme zorgt voor een interessant kijkje in het Rusland van nu. Niet alleen de culturele situatie van Rusland wordt zodoende van context voorzien, ook Medvedevs eigen poëtica krijgt diepte. Die definiërende teksten geven de noodzaak van deze dichter weer en ik hoop dat dichters in Nederland ook zulke bundels met verscheidene teksten zullen gaan publiceren om eens los te komen van de vrijblijvendheid die nu zo woekert. Tenslotte is Alles is slecht een fantastische appetizer voor verdere verdieping in de contemporaine Russische literatuur. (Lees de recensie hier)”

de boose over alles is slechtToen De Standaard  (19/12/2014) aan Johan De Boose vroeg ‘Welk boek van 2014 verdient een tweede kans in 2015?’, was dit het antwoord:

“In Alles is slecht. Gedichten, essays, acties waarschuwt Kirill Medvedev (Leesmagazijn) dat de Russische maatschappij een karikaturale uitvergroting is van een totalitaire wijze van denken die ook in het Westen leeft. In Rusland is alles grootser, ernstiger en gevaarlijker: ‘We hebben een nieuw wereldbeeld nodig. Een wereldbeeld waarin het rationele en het emotionele dichter bij elkaar staan. Waarin verschillende sferen – politiek, economie, wetenschap, religie, cultuur, ethiek, natuur, techniek, het gemeenschapsleven en het privéleven – op een evenwichtige manier een worden gemaakt, zonder dat een van die sferen buitenproportioneel groot wordt opgeblazen – want dat kan tot totalitarisme leiden.'”

 


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Zeer de moeite waard’  – Willem G. Weststeijn, Tijdschrift voor Slavische Literatuur

‘Dit boek leest als een openbaring’ – Gie Goris, MO*

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’, ‘Het beste boek van 2014’ Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

‘Een zegen voor de literatuur, niet alleen voor de Russische’ – Johan de Boose, Poëziekrant

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ – Michel Krielaars, NRC Handelsblad Boeken

Getagged , , , , , , , ,

De Boose in Poëziekrant over Alles is slecht: ‘Een zegen voor de literatuur’

de booseIn zijn bespreking voor Poëziekrant (2014, Nr. 6, pp. 66-67), verschenen onder de titel ‘De nood aan een nieuw wereldbeeld’, noemt de Belgische slavist, schrijver en dichter Johan de Boose de bundel Alles is slecht ‘een zegen voor de literatuur, niet alleen voor de Russische’. De gedichten van Kirill Medvedev beschouwt De Boose niet echt als poëzie, maar in de auteur ziet hij wel ‘een van de grootste Russische dichters’, ‘een ziener’, en zelfs – we mogen al eens fantaseren –  ‘een puike president van de Russische Federatie’:  

De in 1975 geboren Medvedev is een bijzonder man, een buitengewoon scherp auteur en als je het mij vraagt zou hij ook een puike president van de Russische Federatie zijn. Zijn boek met de provocerende titel Alles is slecht is verplichte lectuur voor iedereen die het hedendaagse Rusland wil begrijpen. Hij analyseert haarscherp de huidige politieke en culturele situatie en neemt duidelijk stelling in tegen de gevestigde orde. […]

Medvedevs poëzie is niet hoogdravend, hermetisch of klassiek. Dat laatste is in Rusland uitzonderlijk, want veel dichters en literatuurcritici beschouwen het vrije vers als een westerse mode die wel zal overwaaien – dat heeft de befaamde dichter Aleksander Koesjner, een intimus van Joseph Brodsky, ooit tegen mij gezegd. Rusland is per slot van rekening een in wezen erg behoudzuchtige samenleving. Medvedev gaat daar helemaal tegenin. Zijn gedichten knipogen – vanzelfsprekend – naar de door hem zeer bewonderde Bukowski (waar hij voor de rest niets gemeen mee heeft) en naar Grace Paley (Amerikaanse schrijfster en politieke activiste) en Frank O’Hara (Amerikaanse avant-gardeauteur en criticus). Zijn onderwerpen zijn banaal, bijvoorbeeld verdwalen in Berlijn, meisjes die bij hem in de klas hebben gezeten, paté in een winkeltje of dildo’s, maar soms ook essayistisch, zoals wanneer hij dicht over het vertalen van Bukowski of over de poëzie van andere dichters. Zijn gedichten – je kunt discussiëren over de vraag of het ‘gedichten’ zijn, wat mij betreft zijn ze het niet – zijn in de eerste plaats aantekeningen, gedachten, momentopnames, reflecties. […] Het mooie aan zijn poëzie is dat hij soms erg onverwachte, krachtige conclusies trekt uit een triviaal verhaal.

[…] het zijn vooral Medvedevs essays die hem tot een groot auteur maken. Er staan er vijf in Alles is slecht, en het belangrijkste is zonder twijfel ‘Mijn fascisme (enkele waarheden)’, een tekst die me bijzonder fascineert. Het doet me denken aan de antitotalitaire teksten van de Poolse dichter en Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz. Medvedev analyseert het esthetische klimaat in Rusland na de val van het communisme, vergelijkt de Russische en de westerse situatie, zet zijn ideeën in een verbluffende internationale en literairhistorische context (met verwijzingen naar Ezra Pound, Céline, Brodsky, …), fileert de ideologische versplintering en bekritiseert het genadeloze Russische consumentisme en het ongebreidelde maffiakapitalisme, dat ook de boekenmarkt heeft aangetast, en komt tot wonderbaarlijke conclusies. […]

Ik denk dat we Medvedev ernstig moeten nemen. Hij is misschien niet zo’n groot dichter, maar tegelijk is hij een van de grootste Russische dichters, een ziener, die ziet wat velen nog niet zien.

De volledige recensie kan je lezen in Poeziekrant.


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Zeer de moeite waard’  – Willem G. Weststeijn, Tijdschrift voor Slavische Literatuur

‘Dit boek leest als een openbaring’ – Gie Goris, MO*

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

‘Een zegen voor de literatuur, niet alleen voor de Russische’ – Johan de Boose, Poëziekrant

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ – Michel Krielaars, NRC Handelsblad Boeken

Getagged , , , , , ,

Gogol: Dode zielen (nieuwe vertaling)

dodezielenIn de reeks ‘De Russische Bibliotheek’ komt Van Oorschot op de proppen met een gloednieuwe vertaling van Dode zielen door Aai Prins, die eerder Gogols Avonden op een hoeve nabij Dikanka, Mirgorod en Peterburgse verhalen in een mooie nieuwe mantel stak (zie De Leeswolf 2012, Nr. 6, 375-376). Daar zat niet echt iemand op te wachten, want de versheidsdatum van de Dode zielen die Artur Langeveld twee decennia geleden bij een andere uitgeverij publiceerde is nog lang niet overschreden. Wel is deze verzorgde uitgave een geweldig excuus om Gogols schelmenroman in twee delen (dat wil zeggen: één deel en overgebleven fragmenten van het tweede deel, dat hij tot tweemaal toe verbrandde) te herlezen.

De tragiek die dit boek bevat wordt ondergesneeuwd door Gogols billengeklets, waaraan enorm veel plezier te beleven valt. Alleen al de intrige is hilarisch. Ten tijde van de Russische lijfeigenschap reist ene Tsjitsjikov de Russische provincie af op zoek naar landheren met boeren wier dood nog niet geregistreerd is. Voor een prikje koopt hij grote getalen van deze ‘zielen’ op, zodat hij op papier een belangrijk landheer wordt. Nog vermakelijker is de heerlijke onzin die de intrige niets vooruit helpt: mededelingen van het type ‘In het winkeltje op de hoek, of beter gezegd in het raam ervan, was een honingdrankverkoper gevestigd met een roodkoperen samowar en een gezicht dat even rood zag als zijn samowar, zodat je uit de verte zou kunnen denken dat er in het raam twee samowars stonden, ware het niet dat een ervan een pikzwarte baard had’.

Bijzonder waardevol aan deze uitgave is, naast de onzin, dat ook een aantal belangwekkende parateksten van Gogol vertaald werd: zijn voorwoord bij de tweede druk van het eerste deel, zijn overpeinzingen over de helden, en enkele brieven aan tijdgenoten. Daarin legt de vader van het Russische realisme uit welke stichtende bedoelingen hij had met zijn Dode zielen. In het eerste deel wilde hij ‘de tekortkomingen en gebreken van de Rus’ laten zien. Uit zijn briefwisseling blijkt dat zijn eigen persoonlijkheid daarvoor de grootste inspiratiebron was: hij heeft geprobeerd zich te veredelen door negatieve karaktereigenschappen aan zijn personages af te staan. In zijn notities bij het eerste deel heeft hij het er ook over ‘hoe de leegte en onmachtige ijdelheid van het leven worden opgevolgd door een schimmige, nietszeggende dood’. ‘Niemand die het wat doet’, zo voegt hij eraan toe. Het tweede deel was wat positiever bedoeld. Omdat er zo weinig van bewaard is, blijft het een raadsel of de verbranding ervan gebeurde in een moment van verstandsverbijstering dan wel van helderheid. Meestal wordt het eerste aangenomen, maar zijn motivering maakt een verrassend zinnige en actuele indruk: ‘Een paar fraaie karakters ten tonele voeren die de edele verhevenheid van ons ras tentoonspreiden – dat leidt nergens toe. Zoiets wekt alleen maar holle trots en snoeverij. […] Die opschepperij ruïneert alles. Zij irriteert anderen en brengt de opschepper zelf schade toe’.

In Rusland wordt Dode zielen gelezen zoals het bedoeld was: als een angstaanjagend portret van Rusland. Dat land wordt, overigens net als de lezer, ook expliciet aangesproken. Beroemd is de retorische vraag die de verteller op het einde van het eerste deel proclameert: ‘Mijn Rusland, waar snel je heen?’ (als we dat eens wisten). In werkelijkheid verschillen Russen niet zo gek veel van ons, en komen de gehekelde toestanden (‘banaliteit, domheid, oppervlakkigheid, kleine corruptie, […] en grijs weer’, aldus Langeveld) ook bij ons in meer dan voldoende mate voor. Zelfs de intrige is herkenbaar. Zo verried een collega-academicus die verbonden is aan departement N., dat vanwege de lage studentenaantallen bedreigd wordt met de afschaffing, me onlangs een publiek beroepsgeheim. Het hoofd van departement N. houdt de dreigende afschaffing van het departement, en dus ook van zijn functie, af door tijdens zijn zomervakantie de provincie van een groot Aziatisch land af te reizen. Als een eenentwintigste-eeuwse Tsjitsjikov ronselt hij daar bij de plaatselijke academische autoriteiten grote getalen studenten – hoewel dit vanuit didactisch oogpunt, onder meer vanwege hun gebrek aan kennis van het Nederlands, volmaakte onzin is. Of wat dacht u van onze miljoenenaankoop van schone lucht om de Kyoto-norm te halen? Misschien heeft Gogol zich vergist, en gaat Dode zielen niet over Rusland, maar over ons allemaal?

[Recensie geschreven voor De Leeswolf, dat intussen is opgedoekt.]

Getagged , , , ,