Vladimir Makanin: Schrik

makaninIn zijn vorige grote roman Underground, of een held van onze tijd laat Makanins geesteskind Petrovitsj zich ontvallen dat de klassieke schrijvers in de 19e eeuw vroegtijdig een punt hebben gezet achter de literatuur over kleine lieden. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de auteur in zijn laatste roman Schrik (Ispoeg, 2006) het psychologisch portret schetst van een nieuwe wroetende kleine Rus.

Ditmaal betreft het een schandelijk zonderling exemplaar: de oude man Pjotr Petrovitsj Alabin. Ondanks zijn grijze haren, wordt deze datsjadorpeling namelijk met volle overgave verliefd op vrijwel iedere aantrekkelijke jonge vrouw die zijn pad kruist. Deze verliefdheden zijn alles behalve platonisch: wanneer de maan hoog staat, voelt hij de onweerstaanbare drang om heimelijk de datsja van de al dan niet slapende schone binnen te klauteren en de liefde met haar te bedrijven.

Hoewel Pjotr Petrovitsj zelf op vertrouwde voet staat met zijn hyperseksualiteit, wordt deze door sommige bewoners van het datsjadorp – voornamelijk door gehoornde echtgenoten – als problematisch ervaren. Om te ontkomen aan gerechtelijke vervolging, en ook uit nieuwsgierigheid, laat Pjotr Petrovitsj zich enkele weken opnemen in een psychiatrische inrichting. Hier wordt hij doorverwezen naar een jonge arts die de oudemannenkwaal in kwestie behandelt door zijn patiënten schilderijen van op nimfen azende saters te laten beschouwen.

Behalve door zijn nachtelijke escapades haalt Pjotr Petrovitsj voldoening uit zijn oude dag door met zijn uitstervende generatiegenoten te pimpelen en te mijmeren over oudemannetjeszielen. Wanneer hij in de herfst van 1993 toevallig belandt in het door communisten bezette en door democraten belegerde parlementsgebouw te Moskou, zorgt de maanzieke Pjotr Petrovitsj – poedelnaakt – voor de ontknoping van deze historische gebeurtenis.

Het eerste opschrift van de roman maakt duidelijk dat de titel verwijst naar de verwarring waardoor de sater gegrepen wordt wanneer hij de op haar beurt verschrikte nimf besluipt. Door zijn gezegende leeftijd is dit gevoel in het geval van Pjotr Petrovitsj van zulk een hevigheid, dat hij enkel in het donker durft te opereren. Uit het tweede opschrift en de roman zelf blijkt dat schrik ook de drijfveer was voor de Russische grijsaards om in 1993 en masse samen te komen bij de tanks die op het Moskouse Witte Huis vuurden, en “zich aan de loop van de geschiedenis te vergapen”. Kortom, bij de oude Alabin en zijn generatiegenoten zit de schrik er goed in.

Volgens zijn uitgever wilde Makanin met deze roman een asymmetrisch antwoord bieden op Nabokovs Lolita. In Russische literaire kringen veroorzaakte de roman alleszins een gelijkaardige ophef: de auteur werd goedkope provocatie en een gebrek aan smaak ten laste gelegd. Nochtans is het Makanin duidelijk te doen om het existentiële conflict tussen ouderdom en jeugd. De manier waarop dit thema in Schrik is uitgewerkt – de monologue intérieur van een oude, maar lustige man – doet denken aan De schone slaapsters van Kawabata en aan Herinnering aan mijn droeve hoeren van García Márquez. Qua potentie moeten de hoofdpersonages van deze laatste werken echter het onderspit delven voor Pjotr Petrovitsj. Zijn satyriasis getuigt van een ontembare levenshonger, zijn rechtmatige verlangen om te beminnen, maar ook om bemind te worden. Het volstaat hem immers niet dat zijn jonge maanvrouwen hun benen voor hem spreiden, hij wil ook nog eens dat ze het niet louter uit angst of medelijden doen. Pjotr Petrovitsj wil graag geloven dat schoonheid de wereld zal redden, zoals Dostojevski het formuleerde. Zijn eigenzinnige jacht op vrouwelijk schoon ziet hijzelf – althans in een filosofische bui – als een vertraagde en parodiërende wijze waarop hij op de valreep het elan van zijn generatie nog eens tastbaar maakt. Op die manier vormt hij een schril contrast met zijn aan de buis gekluisterde leeftijdsgenoten, of met zijn seksueel onbeholpen neefje, dat sinds zijn militaire dienst gekweld wordt door posttraumatische stress.

Hoewel Schrik op de keper beschouwd handelt over een oude man die zijn onuitgesproken doodsangst tracht te overwinnen, en op sommige bladzijden een rauw beeld wordt ophangen van het leven in het postcommunistische Rusland, is deze roman lichtverteerbaar. Dit is in de eerste plaats te danken aan de levenskunst van Pjotr Petrovitsj – wellicht het meest optimistische personage dat de auteur ooit geschapen heeft. Zo heeft de held het zelfs in een psychiatrische inrichting perfect naar zijn zin. In vergelijking met de andere geesteskinderen van Makanin, legt de oude Alabin bovendien een ongeziene portie mildheid voor zijn medemens aan de dag. Bij de bezetting van het parlementsgebouw ervaart hij bijvoorbeeld medelijden met beide partijen, in de eerste plaats met de onnozele halzen onder de deelnemers (“het grauw van elke opstand”).

Schrik is niet alleen een lichtvoetige, maar ook een geestige roman. De humor komt onder meer voort uit de slinkse wijze waarop Pjotr Petrovitsj omgaat met het conflict tussen zijn liefdesdrang en de maatschappelijke normen. Enerzijds neemt hij er aanstoot aan als zijn wellust wordt afgebeeld als de meelijwekkende kwaal van een aftands opaatje, anderzijds speelt hij met verve de vermoorde onschuld tegenover wie met zijn intimiteiten niet gediend is. Makanin brengt in Schrik ook scherpe maatschappijkritische satire. In het hoofdstuk ‘Op wie stemt de kleine man?’ voert hij bijvoorbeeld een vrouw op die beslist te stemmen op de politicus die op tv in beeld is wanneer Pjotr Petrovitsj in haar klaarkomt.

Net als andere werken van Makanin, is ook deze roman geschreven in een krachtige, beeldrijke taal, die in de vertaling van Gerard Cruys recht wordt aangedaan (bijvoorbeeld: “Nu pas, in het maanduister, besef ik dat lampen de nacht als frontchirurgen in stukken snijden”). Het lijdt dan ook geen twijfel dat Schrik, met zijn vakkundige en luchthartige uitwerking van het dieptragische en universele probleem van de dood, ook in het Nederlandse taalgebied een breed publiek zal aanspreken. Wie zich verwacht aan de diepgang van existentiële beschouwingen van Underground, of een held van onze tijd, riskeert echter een lichte ontgoocheling op te lopen.

[Gepubliceerd in De leeswolf]

%d bloggers liken dit: