I.S. Toergenjev: Eerste liefde

Van de plejade der Russische realisten die hun literatuur wereldberoemd zouden maken was Ivan Sergejevitsj Toergenjev (1818-1883), met zijn gepolijste lyriek en welopgevoede geesteskinderen, degene die in het westen de minste barrières te overwinnen had. Hiervan getuigt ook Eerste liefde (1860), dat gerekend wordt tot de mooiste liefdesverhalen uit de wereldliteratuur – hoewel het op de keper beschouwd de uitbeelding betreft van een nogal zielige verliefdheid met zurige nasmaak.

Toergenjev begint zijn verhaal daar waar het zich voornamelijk zal afspelen: in de salon. Na het souper verzoekt de gastheer de nog overgebleven genodigden om hun eerste liefde uit de doeken te doen. Vladimir Petrovitsj belooft hem zijn getuigenis neer te pennen. In het resulterende relaas neemt hij de lezer mee naar het zomerhuis van zijn ouders aan de rand van Moskou anno 1833. Het was hier dat hij als onnozele zestienjarige, geholpen door een decor van bloeiende tuinen, paarden, ruines en sterrennachten (zijn hormonen komen er niet zo aan te pas), onder de indruk kwam van het nieuwe buurmeisje, Zinaïda.

Deze prinses van verarmde adel is lang en slank, heeft liefelijke vingertjes, donzige goudblonde haren, een onschuldige hals, verstandige ogen, tere wangen etc. Interessanter dan haar uiterlijk is haar karaktertje: koketterie en lichtvoetige spotlust à la Manon Lescaut – ze laat de mannen rond zich dansen als poppetjes – combineert ze met een warm hart, dat ze onder meer Vladimir Petrovitsj toedraagt. Wanneer zijn gebiedster hem spelenderwijs benoemt tot haar persoonlijke page, loopt de knaap haar overal achterna met oortjes die flapperen op het ritme van lustig vogelgekwetter. Tot hij beseft dat Zinaïda’s hart (en lichaam) een ander toebehoort. Op dit punt neemt de novelle de vorm aan van een soort detective waarin, zoals de auteur van het nawoord het zo raak formuleert, “de vraag van wie heeft het gedaan, vervangen is door de variatie: wie is het aan het doen”.

Potentieel interessant wordt het wanneer blijkt dat het de gereserveerde vader van het hoofdpersonage is, die zich van de aangename taak kwijt Zinaïda’s liefdeshonger met zijn vlees te stillen. Toergenjev geeft echter beperkte inzage in de ongewone Oedipale crisis die Vladimir moet doormaken, of sterker nog: hij laat deze crisis simpelweg niet plaatsvinden. De enige reactie van de ongelukkige puber met betrekking tot zijn – overigens laattijdige – ontdekking is dat zijn vader nog in zijn achting stijgt. Dit respect bereikt een hoogtepunt wanneer hij getuige is van een kinky scène: zijn anders zo beheerste vader die Zinaïda met zijn rijzweep toetakelt, en zij die de gevormde vuurrode striem kust. Voor Vladimir is deze kus het bewijs van échte hartstocht. Het is precies dankzij dit mysterieuze element dat Eerste liefde, toch behoorlijk ontvleesd en verzadigd van topoi, ook interessant kan zijn voor een publiek van na de seksuele revolutie.

[Gepubliceerd in De leeswolf]

%d bloggers liken dit: