Igor Štiks: De stoel van Elijah

stoelHet eerste en overgrote deel van deze roman, uitgeroepen tot het beste Kroatische boek van 2006, is ‘Het manuscript van Richard Richter’. Hierin doet een gevestigde schrijver uit Wenen het relaas van mysterieuze gebeurtenissen die zijn leven een noodlottige wending gegeven hebben.

Richard Richter ontdekt op middelbare leeftijd dat hij de zoon is van een joodse communist die in W.O.II door de nazi’s gearresteerd is. Zijn queeste naar de waarheid brengt hem naar Sarajevo ten tijde van de Bosnische burgeroorlog, waar hij zich – bij wijze van alibi – met journalistiek bezighoudt. Samen met zijn tolk, Igor, draait hij een documentaire over een theatergezelschap dat in weerwil van de oorlogswaanzin het stuk Homo faber van Max Frisch opvoert. Richard Richter is meteen onder de indruk van de knappe en eigenzinnige actrice Alma, en begint een amoureuze relatie met haar. Intussen levert zijn speurtocht resultaten op: een zonderlinge oude jood bezorgt hem het adres van zijn vader. Het noodlot slaat toe: de vader van Richard Richter blijkt de vader van Alma te zijn. Vastbesloten om de bloedschande voor zijn halfzus verborgen te houden, verdwijnt de schrijver als een dief in de nacht uit Sarajevo.

De epiloog bestaat uit enkele beschouwingen van Igor, die het manuscript vertaald heeft dat Richard Richter aan hem had nagelaten alvorens zelfmoord te plegen.

Met De stoel van Elijah heeft Igor Štiks (1977, Sarajevo) een intrigerend mythisch verhaal geschreven dat verwantschap vertoont met de Odyssee. De grote thema’s die hem interesseren zijn de zoektocht naar zichzelf, het enigma van het menselijke lot en het recht op de waarheid. Dit recht eist Richard Richter op voor zichzelf, maar ontzegt hij aan Alma onder het mom dat iemand de waarheid verzwijgen als die erdoor vernietigd kan worden, geen misdaad is maar een plicht.

Het verhaal verkrijgt een extra dimensie doordat het zich afspeelt in het verscheurde Sarajevo van de jaren negentig, wat Štiks de gelegenheid verschaft om het zelfgenoegzame, hypocriete West-Europese discours over de Balkanoorlog aan de kaak te stellen. Zo suggereert het personage Alma dat de ware vertegenwoordigers van Europa te vinden zijn in het leger van Karadžić: “zij zijn de boodschappers van de toekomst van het continent, het etnischer worden ervan, van de religieuze haat en de opdeling.”

Om het verhaal aan kracht te doen winnen maakt Štiks gebruik van veelvuldige inwendige echo’s en de truc van het gevonden manuscript, waarbij hij zichzelf de rol van vertaler heeft toebedeeld. De roman zit dan ook goed in elkaar, maar lijdt toch aan enkele euvels. In zijn verwoede pogingen om de spanning op te drijven draait de auteur bijvoorbeeld af en toe rond de pot. Bovendien is Štiks’ zinsbouw her en der overladen – althans in deze Nederlandse vertaling.

[Gepubliceerd in De leeswolf]

%d bloggers liken dit: