Tagarchief: leesmagazijn

De Standaard der Letteren over De Manon Lescaut van Tourdeille: “Melancholisch portret van een man vol innerlijke onrust”

treindromen.png

Onder de titel ‘Treindromen’ bespreekt Karen Billiet in De Standaard der Letteren (9 maart 2017) de Russische novelle De Manon Lescaut van Tourdeille:

“Een klinkende naam in de Russische literatuur is hij niet, Vsevolod Petrov (1912-1978). Hij was hooguit bekend vanwege zijn werk als kunsthistoricus. In 2006 openbaarde een Russisch tijdschrift zijn novelle De Manon Lescaut van Tourdeille, nu beschikbaar in een prachtige vertaling van slavist Pieter Boulogne.

Petrov schreef het werk vermoedelijk in 1946. Hij deelde de tekst met vrienden, maar ondernam geen stappen om te publiceren. Als jongeman had hij gezien wat de avant-gardistische schrijvers in Sint-Petersburg overkwam tijdens de Grote Terreur. Wellicht bleef hij liever onder de radar. Zijn novelle stond immers haaks op het socialistisch realisme dat Stalin predikte.

Het is een tegendraadse repliek op Reisgenoten, een roman die razend populair was in de naoorlogse Sovjet-Unie. Daarin vertelde Vera Pannova over een hospitaaltrein tijdens de Tweede Wereldoorlog. De personages waren modelburgers die moedig hun patriottische plicht vervulden.

Ook bij Petrov draait het om een hospitaaltrein, maar dan wel eentje die dagenlang blijft stilstaan in het winterse landschap. De passagiers duiken als een stelletje angsthazen weg voor vijandelijke bommen en vervallen tussendoor in ruzie en geroddel. Aan boord is ook een dromerige militair met een reactionaire liefde voor Goethe.

Hij bezweert zijn angstaanvallen door in een 18de-eeuwse fantasiewereld te vluchten. De treinhalte Toerdej doopt hij om in een Bretoense stad, Tourdeille. De verpleegster op wie hij verliefd wordt, vereenzelvigt hij met Manon Lescaut. Net als het personage van Abbé Prévost houdt ze er verschillende minnaars op na. Hun idylle volgt een al even hobbelig parcours als de trein.

Petrov schept een melancholisch portret van een man vol innerlijke onrust en een wereld die omgewoeld is door de oorlog. Een mooie ontdekking.”

cover-manon-lowres


Vsevolod Petrov. De Manon Lescaut van Tourdeille. Kroniek van een liefde. Met een nawoord door Oleg Joerev. s.l.: Leesmagazijn, 2017. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne.

Lees hier de eerste hoofdstukken. Je vindt een exemplaar van De Manon Lescaut van Tourdeille in de rekken van de betere boekhandel, of in de webshop van de uitgever (of bij bol.com als je weinig geduld hebt).

Getagged , , , , , ,

“Verlangen naar zuivering” Johan de Boose bespreekt De Manon Lescaut van Tourdeille

Fijne bespreking door Johan de Boose van de novelle De Manon Lescaut van Tourdeille, die ik voor Leesmagazijn uit het Russisch vertaalde:

“Er zijn nog onontdekte meesterwerken in de literatuur. Sommige blijven zelfs decennia lang ongepubliceerd in iemands lade liggen, totdat ze eindelijk hun weg vinden naar een lezerspubliek. De Russische oorlogsnovelle De Manon Lescaut van Tourdeille. Kroniek van een liefde is zo’n chef d’oeuvre. De titel is wat omslachtig en schrikt de lezer misschien af, en de ondertitel is te gewoontjes om de lading te dekken, maar één ding staat vast: dit boek mag op de plank staan naast zijn grote voorgangers, geschreven door Anton Tsjechov, Lev Tolstoj en Ivan Toergenev. […]

Vsevolod Petrov heeft al met al een veel interessanter politiek verhaal geschreven door het niet expliciet over politiek te hebben – interessanter, universeler en dus ook tijdlozer dan de politiek correcte heroïsche bombast van Vera Panova of Viktor Nekrasov. Het geniale zit hierin dat deze novelle tegelijk ook een prachtig en ontroerend liefdesverhaal is dat – letterlijk – leest als een trein.”

De volledige recensie, verschenen onder de titel “Verlangen naar zuivering”, kan je lezen op het platform voor literaire kritiek deReactor.

mltdereactor.png


 

cover-manon-lowresVsevolod Petrov. De Manon Lescaut van Tourdeille.Kroniek van een liefde. Met een nawoord door Oleg Joerev. Leesmagazijn: 2017. Vertaling uit het Russisch.

‘Soepel vertaald meesterwerk’ – De Tijd

‘Dit boek mag op de plank staan naast zijn grote voorgangers, geschreven door Anton Tsjechov, Lev Tolstoj en Ivan Toergenev’ – Johan de Boose (deReactor)

Je vindt een exemplaar van De Manon Lescaut van Tourdeille in de rekken van de betere boekhandel, of in de webshop van de uitgever (of bij bol.com als je weinig geduld hebt).

Getagged , , , , , , , , ,

“Poetry that talks back” Arno Van Vlierberghe over Biopolitiek

“Wat Medvedev met Biopolitiek heeft gedaan, is compromisloze, brutale poëzie schrijven die niet om goedkeuring vraagt, die geen institutionele repressie behoeft om betekenisvol en politiek ontvlambaar te zijn. Een van de voornaamste strijdtonelen waarop de schijnbaar onaanraakbare zelflegitimering van de macht nog kan worden bevochten, is dat van de taal, de lijm bij uitstek tussen alle individuele politieke subjecten.”

“De strijd van de dichter, van Medvedev als gewapende vijand van fascisme, is de wezenlijke strijd om de absolute democratische soevereiniteit van the political. (…) het esthetisch programma van Biopolitiek, met haar onverbiddelijke, gewelddadige performatieve taal, is haar eigen politiek: zij is, in zichzelf, de ‘poetry that talks back’.”

De dichter Arno Van Vlierberghe las Biopolitiek, de jongste poëziebundel van de Russische activist en dichter Kirill Medvedev. De integrale tekst van zijn knappe recensie kan je lezen op de site van deReactor.

reactor.png


Kirill Medvedev. Biopolitiek.  Leesmagazijn, 2017. Met een voorwoord door Aleksandr Skidan. Vertaald uit het Russisch door Pieter Boulogne. 68 p. ISBN: 978-94-91717-45-1

biopolitiek-medvedevKirill Medvedev begon aan de in Biopolitiek opgenomen gedichten te schrijven in de nasleep van de Arabische Lente, die even de hoop van de Russische activisten deed opflakkeren. Opvallend zijn de zwarte humor en het burleske. De lyrische ‘ik’, die in vorige bundels aan de zijlijn toekeek op het Russische maffiakapitalisme en het bijbehorende consumentisme, ontpopt zich tot een actieve geweldenaar. Het universum van de dichter lijkt grimmiger te worden naarmate Poetin bij zijn onderdanen de duimschroeven aandraait. De Russische criticus Aleksandr Skidan noemde het ‘een voor iedereen toegankelijk, democratisch straattheater, een blamage aan het adres van de sceptici die niet geloven in de haalbaarheid van het project van de zelfkritische, reflexieve en tegelijkertijd populaire linkse cultuur’. Voor deze dichtbundel ontving Medvedev de prestigieuze Andrej Belyj-prijs, waarvan het prijzengeld bestaat uit een roebel, een fles wodka en een appel.

Na zijn doorbraak als dichter in 2002 nam Kirill Medvedev (1975) stapsgewijs afstand van de Russische literaire wereld, om na een zelf opgelegd moratorium in 2011 een comeback te maken onder zijn eigen voorwaarden. Hij is de auteur van de dicht- en essaybundels Alles is slecht (2000), Invasie (2002), Teksten uitgegeven zonder medeweten van de auteur (2007), 3% (2007) en Lang leven, jong sterven (2011). Naast dichter is Medvedev de Russische vertaler van Charles Bukowski, Pier Paolo Pasolini, Victor Serge en van de neomarxistische theoretici Terry Eagleton en Michael Löwy. Hij is ook een activist van de Russische Socialistische Beweging, de drijvende kracht achter de Vrije Marxistische Uitgeverij en de leadzanger van de band Arkady Kots. In de zomer van 2017 nam zijn politieke engagement de vorm aan van kandidaatstelling voor de Moskouse gemeenteraadsverkiezingen.

Getagged , , , , , , , ,

Een voorproefje op Vsevolod Petrovs novelle De Manon Lescaut van Tourdeille

vp.png

Vsevolod Petrov (1912-1978)

I

Ik lag op een slaapbank, eigenlijk een brits, die in onze verwarmde wagon geïnstalleerd was. Links was er een muur, rechts lag mijn kameraad, Aslamazjan, gedetacheerd aan het militair hospitaal, net als ik. Achter hem lagen twee vrouwelijke artsen, en daarachter Levit, een apotheker. Aan de overzijde stonden dezelfde britsen, waarop ook lichamen lagen.

Beneden, onder de britsen, leefden de zusters. Dat waren ruwe meiden, voor het grootste deel achttien à twintig jaar oud. Ze kibbelden luid met elkaar en zochten ruzie met de bewoners van boven. Dan grepen ze een gitaar en in koor zongen ze alle mogelijke liederen. Op de stations knoopten ze bliksemsnelle romances aan met militairen van tegemoetkomende echelons.

Van bovenaf had ik een goed zicht op het midden van de wagon, waar het leven soepel zijn gangetje ging. Daar stond een ijzeren kachel, en allen dromden er rond samen met keteltjes. Daar lagen ook stapels brandhout, die tegelijk dienden als stoelen. Precies daar begonnen de ruzies. Iemand die naar zijn brits vertrokken was gold als afvallig van het strijdtoneel – verder dan dat viel niet weg te gaan. Als de weggegane zweeg en stil lag, dan beschouwde men hem min of meer als afwezig. Er kon zelfs op hem gefoeterd worden, zoals achter iemands rug. Daar werd geen aanstoot aan genomen. Ook om zich te verzoenen kwam men tevoorschijn bij de kachel: hier was de enige levende brandende stip in de enorme en doodse ruimte van vorst en sneeuw.

 

II

Wij reden zo lang dat we beetje bij beetje de tel van de dagen kwijtraakten. We werden overgebracht naar een nieuw front. Niemand wist waarheen we gestuurd werden. We reden van station tot station, alsof we verdwaald waren. Ze moesten ons vergeten zijn.

De trein ging voort, stond soms lang stil. Rondom lagen velden en bossen in de sneeuw, verwoeste stations. Ik hoorde vaak explosies, soms in de verte, soms bijna naast ons.

De tijd was ietwat schuin gaan lopen: hij verbond het verleden niet met de toekomst, maar leidde me ergens heen.

Rondom mij waren mensen, andere levens, nergens in aanraking gekomen met het mijne.

 

 

III

De kapiteinsvrouw – de echtgenote van kapitein Fomin, een heel grote vrouw met het gelaat van een moordenaar – nam haar aan scrofulose[1] lijdende meisje uit de dekens en gaf haar met haar grote handen onder oorverdovend gekrijs luide klappen, en daarna liet ze haar rondlopen in de wagon, en dan moest je oppassen: het meisje struikelde en sloeg brullend tegen de grond, waarop haar moeder als een boze wijfjesolifant te hulp stormde en alles verpletterde en vertrappelde wat op haar weg lag.

Levit zette zich steevast zo bij de kachel neer dat daar behalve hijzelf niemand meer kon gaan zitten; ook zijn keteltjes verdroegen geen buren op de kachel. Zijn gang door de wagon was apart: eerst zei hij ‘verontschuldigt u mij’, en dan stapte hij met zijn laarzen in iemands soep. Op zijn brits lag hij niet in de lengte, zoals iedereen, maar ietwat dwars, waarbij hij zijn benen uitvouwde over het naburige territorium van de vrouwelijke artsen. Hij sliep met zwaar gesnurk in zodra hij op zijn bres ging liggen, en in zijn slaap rolde hij naar rechts en naar links, overal tegenaan stotend, maar iemand moest maar stilletjes ‘Levit’ zeggen of hij stopte prompt met snurken en trouwens gaf hij dan een prima adequaat antwoord. De meest onschuldige aanslag – bijvoorbeeld de verplaatsing van zijn koffer – bestreed hij met vreselijk gescheld, waarbij zijn speeksel de wagon rondvloog, zodat de kachel siste, en hij begon enkel geen gevecht omdat hij niet meer de jongste was en zwak van gestel. Maar zodra hij op gepaste wijze zijn eigendom en zichzelf in veiligheid gebracht had, werd hij lief en zong hij met plezier in koor met de zusters; een enkele keer danste hij zelfs.

De vrouwelijke artsen naaiden iets.

Galopova, een al wat oudere zuster, voelde zich bij voorbaat door iedereen tekortgedaan. Het scheen haar toe dat het meisje van de Fomins van bovenaf op haar spuugde. Dat gebeurde misschien ook.

‘Wat valt er te lachen? Ik ben niet belachelijker dan jullie,’ zei Galopova wanneer iemand glimlachte.

‘We lachen helemaal niet om u,’ werd haar gezegd.

‘Ik weet wel dat jullie om mij lachen. Er is niets belachelijks aan mij,’ antwoordde Galopova.

Een andere keer nam ze een gitaar en studeerde ze haar enige lied in:

Wat sta je daar te schudden,

Ra-ammelende lijsterbes.

Het lied lukte haar allerminst. Wanneer haar gevraagd werd op te houden, zong ze het met bijzonder lijden uit tot het eind, waarna ze onmiddellijk herbegon vanaf het begin.

‘Ik ben geen greintje slechter dan anderen,’ legde Galopova uit.

Mijn buurman Aslamazjan daarentegen was een ridder. Hij sliep erg schilderachtig, op zijn rug uitgestrekt, met een arm onder het hoofd gestoken. Hij hielp iedereen bij het openen en sluiten van onze hels zware wagondeur. Overdag lag hij gewoonlijk blootsvoets op zijn brits, met zijn gespreide tenen tegen het plafond geduwd. Hij was besnord, zwartharig, gezet en sterk. Veel zusters wilden iets met hem beginnen, maar hij liet dat aan zich voorbijgaan en was even lief tegen iedereen. Ook hij was een liefhebber van koorgezangen, al is het zo dat hij nooit danste.

 

IV

De meisjes waren minder verscheiden.

Dat dacht ik tenminste wanneer ik naar hen keek vanaf mijn brits.

Ze hadden hun eigen leven, vol vogelachtige frivoliteit. Onder de britsen scharrelden, verkasten, nestelden en friemelden ze als vogels.

Hun gepraat bestond volkomen uit nogal onstuimige toespelingen en stiltes. Trouwens weerklonken er ook onversneden soldatenvloeken.

Ik kon niet meteen onderscheiden wie van hen Anja was, wie Nadja en wie Tanja. Allemaal waren ze rozig, lacherig, rap van tong. Bleek was alleen Vera Moesjnikova, de snelste, tengerste en onstuimigste. Ieder ogenblik begon ze aan iets nieuws: ze kon de kleine Lariska grijpen, het meisje van de Fomins, zich storten op haar gitaar, beslissen om al haar kledij door te nemen, die uitpakken, uitspreiden en rondgooien, dan ruzie maken met haar vriendinnen om ze dan weer te omhelzen. Op de stations sprong zij als eerste de wagon uit om ergens te verdwijnen; het gebeurde dat ze volledig achterop raakte en ons inhaalde met een of andere stoomlocomotief.

We kwamen aan in L*** en kwamen voor lange tijd vast te zitten op een opstelspoor. Daar stonden al meer militaire echelons. Soldaten wandelden in groepjes van twee en drie langs de treinen.

De meisjes begonnen uit de wagon te verdwijnen. Zelfs Galopova vond aanbidders en werd gesterkt in haar overtuiging dat ze niet slechter dan de anderen was. Langs onze wagon liepen vaak cavaleristen. Een van hen was bijzonder knap: een negentienjarige kerel in een halflange pelsjas, met sabel en sporen, met een blozend en naïef gezicht zoals die voorkomen op schilderijen die Russische adonissen uitbeelden.

‘Kijk eens,’ zei ik tegen de meisjes, ‘dat is, als je het mij vraagt, een voortreffelijke jongeman.’

Allemaal keken ze naar hem. Hij werd verlegen en ging een beetje verderop staan met zijn sabel en sporen.

’s Avonds verscheen hij in onze wagon. Voorop ging Vera Moesjnikova en leidde hem als een winnares. Hij stapte bedremmeld rond en keek verliefd naar Vera. De meisjes riepen ‘ach’. Meteen begonnen de gezangen. Anja Serova, onze beste zangeres, sperde haar mond open en blaatte als een schaap. Hij zong ook. Vera zat naast hem, opgewonden en trots.

Overigens eindigde in onze wagon alles met liederen. Men kwam bij de kachel, ging zitten op het brandhout en onze wagon begon te trillen. Alleen de vrouwelijke artsen zongen niet – uit verkeerd begrepen aristocratie. En ik, liggend op mijn brits in de hoek, stikte door aanvallen van mijn hartziekte.

 

V

Ze kwamen onverwacht opzetten, soms overdag, maar meestal ’s nachts, na een avond die doorgebracht was op oervervelende wijze, met fletse gesprekken. In het holst van de nacht werd ik wakker: ik ben mezelf niet meer, geen officier, niet die ene man – of liever ben ik enkel nu echt zuiver mezelf, zonder naam, zonder gezicht, zonder herinneringen: slechts een naakt gevoel van tegenstelling. Alles is niet-ik behalve het punt dat ik ben. Dat punt is samengebald tot een punt. In dat punt zit mijn hele doodsangst gepropt: de angst om dat punt te laten schieten. Mijn ademhaling wordt fijngedrukt. Rondom mij slaapt men. Het zou gemakkelijker zijn om in eenzaamheid te sterven, zonder ’s mensen vreselijke onverschilligheid rondom mij te voelen. Maar mijn bangheid gaat niet over hun onverschilligheid. Hier speelt een bijzondere angst. Zij zijn onverschillig omdat ze als het ware niet bestaan in het aangezicht van de dood, ze tellen niet mee. De dood is tot mij alleen gericht. Ik ben krachteloos en de dood zal mij vernietigen.

En er is nog een angst, voor mij de belangrijkste.

Ik ben dus gestorven en mijn geest verlaat mijn vlees. Waar gaat hij heen? Hij trekt dus weg uit mijn lichaam, dat hem op de wereld zet, als een kind. Als een kind is hij zwak en hulpeloos en naakt: het lichaam dekt hem niet toe. En wat als hij uiteenvloeit en zijn vorm verliest, aangetrokken, als door magneten, door de passieve zielen van de rondom mij slapende mensen? Die zielen staan halfopen en klaar om hem te ontvangen.

Mijn geest zal oplossen en in deeltjes de ziel van iedere slapende binnengaan. In ieder van hen zal er een klein stukje van mij zitten, en ikzelf zal verdwijnen.

Nee, ik moet alleen met mezelf sterven en met mijn laatste wilsinspanning de vorm van mijn geest bewaren, tot hij zelf sterk genoeg is in zijn nieuwe lot.


Scrofula[1] Scrofulose of koningszeer is een tegenwoordig zeldzame aandoening van de halsklieren, die kon leiden tot misvormingen aan het gezicht.


cover-manon-lowres

Benieuwd naar het vervolg?  Je vindt een exemplaar van De Manon Lescaut van Tourdeille in de rekken van de betere boekhandel, of in de webshop van de uitgever (of bij bol.com als je weinig geduld hebt).

Benieuwd naar de achtergrond van de auteur? Maak hier nader kennis met hem.

Vsevolod Petrov. De Manon Lescaut van Tourdeille. Kroniek van een liefde. Met een nawoord door Oleg Joerev. Leesmagazijn: 2017. Vertaling uit het Russisch. ISBN 9789491717444

Getagged , , , ,

Een woordje uitleg bij de Manon Lescaut van Vsevolod Petrov

petrov

Portret van Vsevolod Petrov door Tatjana Glebova (jaren 1930)

Ongeveer een Russisch mensenleven. Zoveel tijd zat er tussen de creatie en de publicatie van De Manon Lescaut van Tourdeille (klik hier voor een voorproefje) van Vsevolod Petrov (1912-1978). Deze oorlogsnovelle verscheen voor het eerst in 2006, in het Russische tijdschrift Novyj mir. Vorig jaar werd de novelle door uitgeverij Ivan Limach ook in boekvorm uitgebracht, toepasselijk genoeg in Sint-Petersburg, de geboortestad van de auteur. Wanneer precies Petrov zijn novelle schreef, is niet met zekerheid geweten. Vermoedelijk schreef hij ze in 1946, als reactie op de toen pas verschenen roman Reisgenoten van Vera Panova over een bont Sovjetgezelschap dat als personeel van een sanitaire trein in de Tweede Wereldoorlog een collectieve bijdrage levert aan de overwinning op de vijand.

Samen met Viktor Nekrasovs In de loopgraven van Stalingrad vormde Panova’s Reisgenoten de literaire sensatie van de onmiddellijk naoorlogse periode. Terwijl zij in 1947 bekroond werden met Stalinprijzen, respectievelijk van de Eerste en de Derde Klasse, bleef de novelle van Petrov in de lade liggen. Hij heeft het bij leven ook nooit ter publicatie aangeboden. Tijdens de zogenaamde mini-dooi, waarmee de onmiddellijke naoorlogse periode door Russische literatuurhistorici als Dmitri Bykov aangeduid wordt, of zelfs tijdens de dooi, maakte het geen schijn van kans. Daarvoor was het te compromisloos. Niet dat het een openlijke aanval bevat op de Sovjetrealiteit. Wel omdat de Sovjetrealiteit er meesterlijk in genegeerd wordt, ontkend zelfs, zowel door het hoofdpersonage als door de auteur. Symptomatisch is dat het woord ‘kameraad’ door Petrov enkel gebruikt wordt in zijn voorrevolutionaire betekenis. De Russische criticus Andrej Oeritski schreef hierover in NLO (2007, Nr. 85): ‘De Sovjetmacht is weggegomd, vergeten, van haar is geen spoor of geluid te bekennen. Ze interesseert Vsevolod Petrov niet.’ De auteur is de grootmeester van het escapisme.

Terwijl oorlog het hoofdthema is van Panova’s Reisgenoten en van Nekrasovs In de loopgraven van Stalingrad, is die in De Manon Lescaut van Tourdeille eigenlijk niet veel meer dan de setting. Het wordt uit de tekst zelf ook niet duidelijk tegen wie gevochten wordt. Meer dan een oorlogsnovelle is het een liefdesnovelle. Daarom draagt het werkje ook als ondertitel Kroniek van een liefde. In eenendertig korte, gedistilleerde hoofdstukken, schetst het de verliefdheid van een naamloze ik-persoon, te herkennen als een vertegenwoordiger van de voorrevolutionaire Peterburgse intelligentsia, die tijdens de Tweede Wereldoorlog als militair arts tewerkgesteld is in een sanitaire trein. Hij is geen positieve held in de zin van het socialistisch realisme. Hij is een individualist, die zich geen deel voelt van het collectief. Tegenover enthousiasme om te strijde ten trekken voor de Sovjetstaat, stelt hij verlammende  doodsangst. Die probeert hij te bezweren met een vlucht in de achttiende eeuw. Wanneer het treinpersoneel zich overgeeft aan gezangen, glipt hij weg om Die Leiden des Jungen Werthers te lezen – uiteraard in het Duits. Zijn vlucht uit de oorlog en uit de Sovjetrealiteit gaat gepaard met een pathetische verliefdheid op Vera Moesjnikova, een aantrekkelijke en kokette droezjinnitsa,[1] in wie hij trekken van de achttiende eeuw ontwaart. Zij doet hem denken aan de Franse koningin Marie Antoinette en meer nog aan Manon Lescaut, de frivole en promiscue heldin van de gelijknamige achttiende-eeuwse Franse schandaalroman. Die associatie is een vloek. Met de Manon Lescaut van Petrov loopt het even slecht af als met die van Abbé Prévost. Maar niet vooraleer de romantische held met haar een tijdloze plattelandsidylle beleeft in het dorpje Toerdej – dat hem Bretons in de oren klinkt, als Tourdeille. Omdat die idylle ooit bestaan heeft, al was het maar voor hemzelf, kan hij ernaar terugkeren wanneer alles is verwoest, als naar een eiland. In de novelle wordt de creatie van dat eiland op mysterieuze wijze aangekondigd: ‘De tijd was ietwat schuin gaan lopen: hij verbond het verleden niet met de toekomst, maar leidde me ergens heen.’

In het nawoord bij deze novelle (dat een prima voorwoord zou zijn, als het niet zo veel details van de plot verried) legt de emigré Oleg Joerev het belang uit van De Manon Lescaut van Tourdeille, die hij ‘een sleutel tot het raadsel van de Russische cultuurgeschiedenis’ noemt. De novelle gunt ons een blik in de parallelle literaire wereld zoals die onder Stalin bijna onzichtbaar naast de officiële literatuur bestond. Vsevolod Petrov heeft zijn werk nooit ter publicatie aangeboden, maar hij las het wel af en toe voor aan vrienden, op verjaardagen. Zelf was Petrov, die stamde uit een oud adellijk geslacht, afkomstig uit de kring rond de befaamde dichter van de Zilveren Eeuw Michail Koezmin (1875-1936), die in weerwil van de Sovjets de erfenis van het modernisme levend probeerde te houden. Het is onder diens invloed dat Petrov zelf begon te schrijven. Zijn Manon Lescaut van Tourdeille droeg hij ook op aan Koezmins nagedachtenis, waarmee hij aan de lezer of luisteraar ook meteen te kennen gaf niets met de officiële Sovjetliteratuur te maken te hebben. In de jaren dertig was hij bevriend met de avant-gardistische dichters Daniil Charms (1905-1942), Nikolaj Olejnikov (1898-1937) en andere halve en hele oberioeten. Over de eerstgenoemde heeft Petrov unieke memoires nagelaten, waarin hij schreef dat het lot hem had voorbestemd om ‘de laatste vriend van Charms te worden’. De absurdist droeg een van zijn late verhalen uit de bundel ‘Voorvallen’ op aan Petrov.

De kringen rond Koezmin en de oberioeten werden opgerold door het lot en de NKVD. Het leven van Vsevolod Petrov ging verder. Voor en na de Tweede Wereldoorlog, waaraan hij vanaf juli 1941 deelnam als militair, verdiende hij zijn brood als werknemer van het Russisch Museum. Hij werkte er als pupil van de befaamde kunstkenner Nikolaj Poenin, die hem voorstelde aan zijn toenmalige vrouw Achmatova. Ten gevolge van beschuldigingen van formalisme en een hetze tegen Poenin, werd Petrovs positie in het Russisch Museum tegen 1949 onhoudbaar. Hij slaagde erin om zich heruit te vinden tot onafhankelijk literator. Hij schreef biografieën van populaire schilders. Onder Chroesjtsjov en Brezjnev groeide hij uit tot een gerespecteerd kunsthistoricus. Nog altijd is zijn magnum opus Mir isskustva (De kunstwereld), over de gelijknamige voorrevolutionaire kunstenaarsbeweging, een standaardwerk voor Russische kunstkenners.

Toen het stoffelijk overschot van Vsevolod Petrov in 1978 werd geplaatst naast dat van zijn vader, een beroemd oncoloog, in Komarovo bij Leningrad, kende bijna niemand hem als bellettrist. Maar daarmee was het laatste woord over De Manon Lescaut van Tourdeille nog niet gezegd. Niet voor niets is het motto van deze novelle de dichtregel ‘Nog niet dood is de bekoring’, ontleend aan het gedicht ‘Ja Moezoe joenojoe, byvalo’ (1824) van de romanticus Vasili Zjoekovski. Daarin betreurt de dichter dat de inspiratie hem verlaten heeft. Niettemin is hij hoopvol, want hij wordt beschenen door de ster van het ‘Genie van de zuivere schoonheid’. De geciteerde dichtregel roept automatisch het volgende vers op, tevens de slotregel van het gedicht: ‘Het verleden zal eens herleven’. Het eilandje dat Petrov in volle Stalintijd voor zichzelf en zijn vrienden heeft gecreëerd kan nu ook aan ons ontsnapping bieden.


rm_20_434

“Droezjinnitsy van het Rode Kruis! Op het slagveld laten wij de gewonden noch zijn wapens achter.” (propagandaposter van de Sovjets uit de Tweede Wereldoorlog)

[1] In WOII sloeg de term ‘droezjinnitsy’ op vrijwel ongeschoolde vrouwen die massaal ingezet werden om gewonde soldaten van het slagveld te halen en te verzorgen. Een Sovjetpropaganda-affiche gericht aan de droezjinnitsy heeft als leuze ‘Op het slagveld laten wij gewonden noch wapens achter’.


cover-manon-lowres

Benieuwd naar het boek? Lees hier de eerste hoofdstukken, bij wijze van voorsmaakje.

Vsevolod Petrov. De Manon Lescaut van Tourdeille. Kroniek van een liefde. Met een nawoord door Oleg Joerev. Leesmagazijn: 2017. Vertaling uit het Russisch.

Je vindt een exemplaar van De Manon Lescaut van Tourdeille in de rekken van de betere boekhandel, of in de webshop van de uitgever (of bij bol.com als je weinig geduld hebt).

Getagged , , , , , , , , , , ,

De Manon Lescaut van Tourdeille is verschenen: een a-Sovjet-Russische novelle over liefde en oorlog

IMAG7245_1Mijn vertaling uit het Russisch van De Manon Lescaut van Tourdeille, een door de beroemde kunsthistoricus Vsevolod Petrov heimelijk onder Stalin geschreven novelle over liefde en oorlog, is zonet verschenen bij Leesmagazijn. Dit is de blurb:

Een hospitaaltrein reist van het ene front naar het andere. Een vreemde, tussentijdse toestand in het midden van de oorlog. Het verhaal verschijnt eerst aan ons als een utopie, of, om preciezer te zijn, als een idylle (wat natuurlijk een variëteit is van de utopie) midden in de oorlog. De oorlog als zone van utopische vrijheid en herstel van de natuurlijke toestand van de wereld – van menselijke gevoelens en verhoudingen.

“Het is een van de meest belangrijke en inhoudsvolle teksten van de twintigste-eeuwse Russische literatuur. Je zou kunnen zeggen dat het de sleutel is (of een van de sleutels, niet de enige sleutel, maar misschien wel de belangrijkste) tot het raadsel van de Russische cultuurgeschiedenis.” – Oleg Joerev

Vsevolod Petrov stamde uit een oud adellijk geslacht en was een groot kunstkenner. In 1949 werd het Russisch Museum echter gedwongen Vsevolod Petrov te ontslaan. Hij werd een ‘onafhankelijk literator’. De Manon Lescaut van Tourdeille bleef ongepubliceerd bij leven van de auteur en gedurende bijna drie decennia na zijn dood. Niet omdat Petrov van zijn novelle een geheim had gemaakt: hij toonde haar aan kennissen en las eruit voor op zijn beroemde verjaardagsfeesten, waarop talloze gasten aanwezig waren. Hij heeft het gewoon nooit aangeboden voor publicatie.

Lees hier de eerste pagina.

Je vindt een exemplaar van De Manon Lescaut van Tourdeille in de rekken van de betere boekhandel, of in de webshop van de uitgever (of bij bol.com als je weinig geduld hebt).

Getagged , , , , , , , , , , , , , , ,

Leesmagazijn bereidt Vsevolod Petrovs novelle De Manon Lescaut van Tourdeille voor

cover-manon-lowres Deze zomer verschijnt bij uitgeverij Leesmagazijn, die ook Alles is slecht van Kirill Medvedev uitgaf, mijn vertaling uit het Russisch van Vsevolod Petrovs De Manon Lescaut van Tourdeille. Kroniek van een liefde.

Het is een novelle over een arts die tijdens de Tweede Wereldoorlog is tewerkgesteld in een sanitaire trein van het Rode Leger. Hij maakt van de oorlog in volle Stalintijd gebruik om zijn eigen persoonlijke idylle te creëren. Dat doet hij door weg te vluchten in de achttiende eeuw. En ook in zijn verliefdheid op de kokette zuster Vera Moechina, die hij aanziet voor de reïncarnatie van het Franse personage Manon Lescaut.

De Manon Lescaut van Tourdeille werd kort na de Tweede Wereldoorlog geschreven, naar alle waarschijnlijkheid in 1946. De auteur, een gevierd kunsthistoricus, heeft het nooit ter publicatie aangeboden. Hij zag in dat de kloof met de officiële Sovjetliteratuur onoverbrugbaar was. Na zestig jaar in de lade gelegen te hebben, werd De Manon Lescaut van Tourdeille in Rusland ontdekt. Naar aanleiding van de publicatie roemde de emigré Oleg Joerev de novelle als ‘een sleutel tot het raadsel van de Russische cultuurgeschiedenis’. Wat hij daarmee bedoelt, lees je in het nawoord.

Bij wijze van voorsmaakje op de novelle, krijg je hier eerste regels:

De Russische schrijver en kunsthistoricus Vsevolod Petrov (1912-1979)Ik lag op een slaapbank, eigenlijk een brits, die in onze verwarmde wagon geïnstalleerd was. Links was er een muur, rechts lag mijn kameraad, Aslamazjan, gedetacheerd aan het militair hospitaal, net als ik. Achter hem lagen twee vrouwelijke artsen, en daarachter Levit, een apotheker. Aan de overzijde stonden dezelfde britsen, waarop ook lichamen lagen.

Beneden, onder de britsen, leefden de zusters. Dat waren ruwe meiden, voor het grootste deel achttien à twintig jaar oud. Ze kibbelden luid met elkaar en zochten ruzie met de bewoners van boven. Dan grepen ze een gitaar en in koor zongen ze alle mogelijke liederen. Op de stations knoopten ze bliksemsnelle romances aan met militairen van tegemoetkomende echelons.

Van bovenaf had ik een goed zicht op het midden van de wagon, waar het leven soepel zijn gangetje ging. Daar stond een ijzeren kachel, en allen dromden er rond samen met keteltjes. Daar lagen ook stapels brandhout, die tegelijk dienden als stoelen. Precies daar begonnen de ruzies. Iemand die naar zijn brits vertrokken was gold als afvallig van het strijdtoneel – verder dan dat viel niet weg te gaan. Als de weggegane zweeg en stil lag, dan beschouwde men hem min of meer als afwezig. Er kon zelfs op hem gefoeterd worden, zoals achter iemands rug. Daar werd geen aanstoot aan genomen. Ook om zich te verzoenen kwam men tevoorschijn bij de kachel: hier was de enige levende brandende stip in de enorme en doodse ruimte van vorst en sneeuw.

 

Getagged , , , , , ,

Alles is slecht in eindejaarslijstjes van De Standaard en literair weblog Tzum

2014 ligt in allerlei vormen op zijn sterfbed, ook als boekenjaar. Op de eindejaarslijstjes die het Vlaamse dagblad De Standaard en de Nederlandse literaire weblog Tzum naar aanleiding van dat nakende sterfgeval hebben opgesteld, staat ook Alles is slecht van Kirill Medvedev.

tzumVoor Obe Alkema, recensent van Tzum, was Alles is slecht het beste boek van 2014, en wel hierom:

“Het beste boek van 2014 is voor mij Alles is slecht van Kirill Medvedev. De combinatie van (kritisch) proza, poëzie en activisme zorgt voor een interessant kijkje in het Rusland van nu. Niet alleen de culturele situatie van Rusland wordt zodoende van context voorzien, ook Medvedevs eigen poëtica krijgt diepte. Die definiërende teksten geven de noodzaak van deze dichter weer en ik hoop dat dichters in Nederland ook zulke bundels met verscheidene teksten zullen gaan publiceren om eens los te komen van de vrijblijvendheid die nu zo woekert. Tenslotte is Alles is slecht een fantastische appetizer voor verdere verdieping in de contemporaine Russische literatuur. (Lees de recensie hier)”

de boose over alles is slechtToen De Standaard  (19/12/2014) aan Johan De Boose vroeg ‘Welk boek van 2014 verdient een tweede kans in 2015?’, was dit het antwoord:

“In Alles is slecht. Gedichten, essays, acties waarschuwt Kirill Medvedev (Leesmagazijn) dat de Russische maatschappij een karikaturale uitvergroting is van een totalitaire wijze van denken die ook in het Westen leeft. In Rusland is alles grootser, ernstiger en gevaarlijker: ‘We hebben een nieuw wereldbeeld nodig. Een wereldbeeld waarin het rationele en het emotionele dichter bij elkaar staan. Waarin verschillende sferen – politiek, economie, wetenschap, religie, cultuur, ethiek, natuur, techniek, het gemeenschapsleven en het privéleven – op een evenwichtige manier een worden gemaakt, zonder dat een van die sferen buitenproportioneel groot wordt opgeblazen – want dat kan tot totalitarisme leiden.'”

 


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Zeer de moeite waard’  – Willem G. Weststeijn, Tijdschrift voor Slavische Literatuur

‘Dit boek leest als een openbaring’ – Gie Goris, MO*

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’, ‘Het beste boek van 2014’ Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

‘Een zegen voor de literatuur, niet alleen voor de Russische’ – Johan de Boose, Poëziekrant

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ – Michel Krielaars, NRC Handelsblad Boeken

Getagged , , , , , , , ,

De Boose in Poëziekrant over Alles is slecht: ‘Een zegen voor de literatuur’

de booseIn zijn bespreking voor Poëziekrant (2014, Nr. 6, pp. 66-67), verschenen onder de titel ‘De nood aan een nieuw wereldbeeld’, noemt de Belgische slavist, schrijver en dichter Johan de Boose de bundel Alles is slecht ‘een zegen voor de literatuur, niet alleen voor de Russische’. De gedichten van Kirill Medvedev beschouwt De Boose niet echt als poëzie, maar in de auteur ziet hij wel ‘een van de grootste Russische dichters’, ‘een ziener’, en zelfs – we mogen al eens fantaseren –  ‘een puike president van de Russische Federatie’:  

De in 1975 geboren Medvedev is een bijzonder man, een buitengewoon scherp auteur en als je het mij vraagt zou hij ook een puike president van de Russische Federatie zijn. Zijn boek met de provocerende titel Alles is slecht is verplichte lectuur voor iedereen die het hedendaagse Rusland wil begrijpen. Hij analyseert haarscherp de huidige politieke en culturele situatie en neemt duidelijk stelling in tegen de gevestigde orde. […]

Medvedevs poëzie is niet hoogdravend, hermetisch of klassiek. Dat laatste is in Rusland uitzonderlijk, want veel dichters en literatuurcritici beschouwen het vrije vers als een westerse mode die wel zal overwaaien – dat heeft de befaamde dichter Aleksander Koesjner, een intimus van Joseph Brodsky, ooit tegen mij gezegd. Rusland is per slot van rekening een in wezen erg behoudzuchtige samenleving. Medvedev gaat daar helemaal tegenin. Zijn gedichten knipogen – vanzelfsprekend – naar de door hem zeer bewonderde Bukowski (waar hij voor de rest niets gemeen mee heeft) en naar Grace Paley (Amerikaanse schrijfster en politieke activiste) en Frank O’Hara (Amerikaanse avant-gardeauteur en criticus). Zijn onderwerpen zijn banaal, bijvoorbeeld verdwalen in Berlijn, meisjes die bij hem in de klas hebben gezeten, paté in een winkeltje of dildo’s, maar soms ook essayistisch, zoals wanneer hij dicht over het vertalen van Bukowski of over de poëzie van andere dichters. Zijn gedichten – je kunt discussiëren over de vraag of het ‘gedichten’ zijn, wat mij betreft zijn ze het niet – zijn in de eerste plaats aantekeningen, gedachten, momentopnames, reflecties. […] Het mooie aan zijn poëzie is dat hij soms erg onverwachte, krachtige conclusies trekt uit een triviaal verhaal.

[…] het zijn vooral Medvedevs essays die hem tot een groot auteur maken. Er staan er vijf in Alles is slecht, en het belangrijkste is zonder twijfel ‘Mijn fascisme (enkele waarheden)’, een tekst die me bijzonder fascineert. Het doet me denken aan de antitotalitaire teksten van de Poolse dichter en Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz. Medvedev analyseert het esthetische klimaat in Rusland na de val van het communisme, vergelijkt de Russische en de westerse situatie, zet zijn ideeën in een verbluffende internationale en literairhistorische context (met verwijzingen naar Ezra Pound, Céline, Brodsky, …), fileert de ideologische versplintering en bekritiseert het genadeloze Russische consumentisme en het ongebreidelde maffiakapitalisme, dat ook de boekenmarkt heeft aangetast, en komt tot wonderbaarlijke conclusies. […]

Ik denk dat we Medvedev ernstig moeten nemen. Hij is misschien niet zo’n groot dichter, maar tegelijk is hij een van de grootste Russische dichters, een ziener, die ziet wat velen nog niet zien.

De volledige recensie kan je lezen in Poeziekrant.


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Zeer de moeite waard’  – Willem G. Weststeijn, Tijdschrift voor Slavische Literatuur

‘Dit boek leest als een openbaring’ – Gie Goris, MO*

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

‘Een zegen voor de literatuur, niet alleen voor de Russische’ – Johan de Boose, Poëziekrant

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ – Michel Krielaars, NRC Handelsblad Boeken

Getagged , , , , , ,

Kirill Medvedev ontvangt Andrej Belyj-prijs voor zijn Ten oorlog tegen het stadhuis

pochodOp maandag 27 oktober 2014 is bekendgemaakt dat de Moskouse dichter en activist Kirill Medvedev voor zijn eerder dit jaar bij de Vrije Marxistische Uitgeverij en Translit verschenen dichtbundel Pochod na merijoe (‘Ten oorlog tegen het stadhuis’) de prestigieuze Andrej Belyj-prijs toegekend wordt in de categorie poëzie. Dat is Ruslands oudste van de overheid onafhankelijke literatuurprijs (het eerste prijzengeld was een appel, een roebel en een fles vodka). 

Kirill Medvedev begon aan de in Pochod na merijoe opgenomen gedichten te schrijven in de nasleep van de Arabische Lente, die ook de hoop van de Russische activisten deed opflakkeren.  In het najaar van 2015 verschijnt (hopelijk) een Nederlandse vertaling van deze bundel bij uitgeverij Leesmagazijn. Een selectie gedichten van Pochod na merijoe is eerder in Nederlandse vertaling verschenen als onderdeel van het boek Alles is slecht (Leesmagazijn, 2014). Dat geldt ook voor het onderstaande gedicht, getiteld ‘Ten oorlog tegen het stadhuis’:

we hadden een vergunning gekregen
voor een antifascistische betoging,
maar niet voor een mars.
mensenrechtenactivist ponomarjov* en ik trokken naar
het stadhuis om te achterhalen waarom.
ponomarjov was razend. ik hield hem een beetje in toom.
ik zal ze leren de fascisten te laten marcheren, zei hij.
ik had niet het gevoel dat dit goed zou aflopen.
olejnik, vicehoofd van de afdeling grote betogingen,
was een pafferig hummeltje met blozende wangen.
begrijpt u, uw verzoekschrift is al behandeld,
zei hij glimlachend.
bent u in staat om een gesprek in het Russisch te voeren?
vroeg pono somber.
ik praat toch russisch met u, zei olejnik.
nee, als dit de manier is waarop u een gesprek aangaat, dan
bent u daar niet toe in staat.
met dit relletje begon het,
maar alles werd min of meer gladgestreken.
de huichelachtige glimlachjes en de diplomatie
kwamen aan zet.
kom nou, laten we elkaar begrijpen, meneer ponomarjov.
laten we dat doen, meneer olejnik.
iedereen denkt dat de mars doorgaat, zei ik somber.
het is te laat om het af te blazen. olejnik begon ons
te bestoken met decreten.
pono diende hem van repliek,
en ik verzonk een beetje in gedachten, omdat ik wist dat
wanneer twee experts

elkaar beginnen te bestoken met wetten en decreten, dat
alles dan uitdraait
op extreme oplichterij, zoals in onze rechtszalen
(en ik heb een hekel aan die oplichterij).
door het raam zag ik de moskva-rivier.
ik herinnerde me hoe op 2 oktober 1993 tijdens de nacht
voor de bestorming van het stadhuis
door de oppositie**
de smerissen ons een paar huizenblokken verder
arresteerden
zogenaamd vanwege een gebroken ruit
in het stadhuisgebouw.
op het politiebureau had ik met overtuiging verkondigd
dat wij die ruit niet hadden gebroken
en de smerissen hadden ons laten gaan.
later bleek dat ik die ruit toch gebroken had,
maar dat ik dat toen gewoon was vergeten.
o heilige dronkenschap!
wat is het makkelijk en fijn om de waarheid te spreken!
hebben jullie ooit jakhalzen horen lachen?
daar in het stadhuis dacht ik terug aan jakhalzengelach in
een abchazisch dorp.
dat is zelfs geen gelach.
het is alsof er een heel huwelijksfeest over straat rolt.
het rolt en krijst en zingt, zingt, zingt uitbundig!
in dat dorp zijn ze als de dood voor de wasberen
uit het noorden,

ze zouden wel eens de russische grens over kunnen steken.

van dit alles werd ik afgeleid door kabaal op het kantoor…
kabaal, gerinkel, mensen liepen aan,
stoelen werden omgegooid…
plotseling besefte ik dat ik in een bloedige nachtmerrie
terecht was gekomen…
ponomarjov ramde olejnik in elkaar!

ik begon om hem heen te lopen, te schreeuwen:
stop daarmee, lev, stop daarmee,
doe dat toch niet, alsjeblieft, stop daarmee!
dwars door mijn geweeklaag
klonk de stem van olejnik.
hij knorde.
daarna stopte het geknor, omdat ik in gedachten verzonk
het geluid
leek te worden uitgezet, het enige wat overbleef waren
lichtjes vertraagde
beelden.
wat ponomarjov zei heb ik dus evenmin gehoord.
maar wat zegt een man die zijn rechten verdedigt zoal
in trotse razernij?
maar hij sprak.
‘ik ken jullie, geschifte socialisten.
jullie zijn niet in staat jezelf of anderen te verdedigen.
semi-sektarisch en infantiel zijn jullie,
jullie staan niet stil bij jullie rechten.
marginale zeurpieten.
oude bibliotheekwijven.
willen jullie subcultuur of politiek?
het wordt tijd om te kiezen
wat wordt het?’
kadatsjki, de chef van olejnik,
kwam zijn hulpje niet te hulp: hij was in vergadering.
hij had olejnik opgedragen ons te ontvangen.
en hij kwam hem niet te hulp, hij bleef vergaderen.
het stuk stront.
het gevoel rechten te bezitten geeft je lichamelijke kracht,
bedacht ik, terwijl ik toekeek hoe pono

de vloer aanveegde met olejnik.
En wij linkse rakkers,
kennen onze rechten misschien niet echt
behalve misschien ons efemere recht op utopie,
de jarenlange gesprekken over revolutionair geweld hebben
ons bloed verkild
en ons veranderd
in verschraalde mossels die niet eens voor hun eigen rechten
kunnen opkomen,
laat staan voor die van een ander
dacht ik verder, lang nadat ik die hel achter mij had gelaten,
tot laat op de avond;
en die gedachte zou mij heel ver hebben gevoerd,
als ik geen email had ontvangen van ponomarjov
dat voor de mars toch geen vergunning was gegeven;
morgen opnieuw ten oorlog tegen het stadhuis.

* In de Sovjettijd doceerde Lev Ponomarjov (°1941) fysica. In de late jaren tachtig was hij een van de oprichters van de mensenrechtenorganisatie Memorial. Hij werd gesteund door Andrej Sacharov. In 1990 werd hij verkozen tot lid van de Russische doema. De afgelopen tien jaar heeft Ponomarjov hevige oppositie gevoerd tegen Poetin. Zo had hij scherpe kritiek op het proces tegen Chodorkovski, die hij als een politieke gevangene beschouwde. In maart 2009 werd Ponomarjov in de buurt van zijn huis in elkaar geslagen, maar zijn activisme is sindsdien niet verminderd. (Nvdv)

** Op 23 september 1993 ontbond Boris Jeltsin het parlement, dat hem vijandig gezind was. Het parlement beschouwde de ontbinding als ongrondwettelijk en begon een afzettingsprocedure tegen hem. Gewapende medestanders bezetten het parlement en het nabijgelegen stadhuis. Op 2 en 3 oktober braken er bloedige straatgevechten uit. Jeltsin won de slag door de inzet van tanks. Afhankelijk van de bronnen vielen er enkele honderden tot duizenden doden. (Nvdv)


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Zeer de moeite waard’  – Willem G. Weststeijn, Tijdschrift voor Slavische Literatuur

‘Dit boek leest als een openbaring’ – Gie Goris, MO*

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ – Michel Krielaars, NRC Handelsblad Boeken


Getagged , , , , , , ,

‘Zeer de moeite waard’ Weststeijn over Alles is slecht in Tijdschrift voor Slavische Literatuur

In het laatste nummer van Tijdschrift voor Slavische Literatuur (Nr. 68, pp. 78-79) bespreekt Willem G. Weststeijn, emeritus hoogleraar Russische letterkunde van de UvA, de bundel Alles is slecht van Kirill Medvedev, die hij herkent als een hedendaagse dissident:

WillemWeststeijn

Met zijn stellingname tegen de heersende orde lijkt Medvedev wel wat op de dissidente schrijvers in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Die streden weliswaar voor iets heel anders: grotere vrijheid, geen censuur, kunnen schrijven wat je wilt, maar ook Medvedev kun je zien als een dissident. Hij is niet tevreden met de situatie waarin de Russische literatuur verkeert en wil daar verandering in brengen. Hij loopt daarbij natuurlijk aanzienlijk minder gevaar dan de dissidenten in de Sovjettijd, die hun verzet tegen de staat vaak met langdurige kampstraf, verbanning of gedwongen emigratie moeten bekopen (denk aan Sinjavski, Brodsky en Solzjenitsyn), maar dat maakt zijn verzet er niet minder interessant om. In zijn gedichten en vooral in zijn essays, weet hij uitstekend onder woorden te brengen wat hij beoogt en wat hem drijft. Juist de manier waarop hij dat doet maakt hem een van de interessantere vertegenwoordigers van Russische literatuur anno 2014.

[…]

Alles is slecht biedt een goede indruk van wat Medvedev de afgelopen tien jaar heeft geschreven.

TSL 68 OMSLAGInteressanter nog dan de gedichten, vindt Weststeijn Medvedevs bloedeerlijke essays, waarin de dichter zijn positie uitlegt:

Hij legt zich niet neer bij de opvatting van veel van zijn mededichters en -schrijvers, dat echte kunst niets te maken zou hebben met ideologie en politiek, maar schaart zich juist achter de ideologisch bevlogenen en dan vooral hen die, zoals bijvoorbeeld Bertolt Brecht, een rechtvaardige, marxistisch-socialistische samenleving nastreven. In zijn teksten is die bevlogenheid duidelijk aanwezig, maar ontbreekt de ideologisch vooringenomenheid en scherpslijperij die zoveel ‘linkse’ literatuur kenmerkt. Zijn analyse van de situatie in de Russische literatuur en cultuur van nu en van zijn eigen positie daarin is haarscherp en verklaart ook veel van de reactie van de Russische intelligentsia op de politiek van Poetin en de recentegebeurtenissen in Oekraïne. Die reactie is er nauwelijks. De ene helft vindt het prachtig wat Poetin doet: Rusland is immers een imperium, en Poetins politiek betekent een terugkeer naar dat door de ineenstorting van de Sovjet-Unie verlore gegane imperium. De andere helft heeft zich gecorrumpeerd met het kapitalistische systeem of richt zich uitsluitend op een privéleven waarin geen plaats is voor politiek. Protest is er nauwelijks, alsof de hele intelligentsia is verlamd.

Het eindoordeel van Weststeijn over Alles is slecht:

Alles is slecht, goed vertaald en van goede noten voorzien, is zeer de moeite waard. Het is geen politiek of historisch verslag, maar literatuur, literatuur die zich richt op de werkelijkheid van nu en een uitstekend beeld geeft van de huidige Russische samenleving en van de moeilijke positie van de eenling die die samenleving wil veranderen en op het juiste spoor wil brengen.

Lees de volledige recensie in het Tijdschrift voor Slavische Literatuur (een abonnement kan je bestellen via de website van TSL, afzonderlijke exemplaren worden te koop aangeboden in boekhandel Pegasus te Amsterdam) of op door onderstaande afbeeldingen te klikken.

20141019_09551520141019_095552


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Zeer de moeite waard’  – Willem G. Weststeijn, Tijdschrift voor Slavische Literatuur

‘Dit boek leest als een openbaring’ – Gie Goris, MO*

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ – Michel Krielaars, NRC Handelsblad Boeken

Getagged , , , , , , , , , , ,

‘Dit boek leest als een openbaring’ MO* over Alles is slecht

In zijn stuk ‘Dichtbundels tegen de stilstand. Poëzie dient nergens toe’, te vinden in het hersftnummer van MO* (4 september 2014, pp. 96-97), brengt Gie Goris drie dichtbundels met elkaar in verband: Alles is slecht van de Rus Kirill Medvedev, Gedichten van de Deen met Palestijnse roots Yahya Hassan en Liefde en aarde van Tom van de Voorde. Centraal staat de vraag hoe de dichter omgaat met de wetenschap dat zijn teksten over de maatschappij die hem tegen de borst stuit die maatschappij niet veranderen:

Kirill Medvedev debuteerde in 2000 met Alles is slecht, een uitermate programmatische bundel waarin hij het literaire wereldje en de links-radicalen in Moskou op de hak nam: ‘ik ben al heel wat mensen tegengekomen / die, omdat ze zichzelf haten / vanwege hun intellectuele passiviteit, / uit alle macht proberen / haar in zichzelf te verdelgen…’ Daarmee definieerde hij meteen zijn eigen kleine oorlog, die hij ook in de jaren daarna zou blijven voeren. In Mijn fascisme schrijft hij: ‘Volgens mij mag de intelligentsia zich niet opsluiten in elitaire reservaten, niet samensmelten met de overheid of kerk, en niet opgaan in de middenklasse.’

In een later essay, In memoriam Dmitri Koezmin, vat de Russische dichter de overwegend positieve reacties op zijn gedichten en polemieken als volgt samen: ‘We mogen je wel, je bent cool, grappig, anders getalenteerd, we waarderen en respecteren je. Maar je moet niet denken dat je onze levens beïnvloedt.’ De dichter raakt de lezer, die ‘oprecht, adequaat en emotioneel omgaat met mijn tekst’, maar dat heeft niet het minste effect op oorlog of vrede, op politiek of maatschappij. ‘De invloed van de tekst op de lezer is nul komma nul’

Die vaststelling maakt Medvedev radeloos, want rondom zich ziet hij Rusland afglijden naar een nieuw autoritarisme. De “intelligentsia” laat zich al te graag gebruiken door het Kremlin onder Poetin, of ze verliest zich in impotent gedweep met het Westen. Medvedev wil die schijnbaar onvermijdelijke gang van de Russische geschiedenis openbreken met een poëtica die radicaal individueel én politiek is, die de avant-garde in het begin van de 21e eeuw opnieuw wil uitvinden. Maar dat lukt niet: zijn woeste gedichten krijgen applaus, hij wordt gepubliceerd, en daarmee houdt het op.

Als reactie op die impasse besluit Kirill Medvedev te breken met de literaire kringen waarin hij bekendheid verwierf. Hij trekt zijn verzet tegen de greep van het het [sic] systeem zelfs door tot in de radicale consequentie dat hij zijn eigen auteursrecht verwerpt, omdat het literaire establishment afhankelijk is van het oligarchenkapitalisme. De boekenindustrie noemt hij ‘een enorme business in handen van mensen die “amnestie” hebben gekregen voor hun lucratieve criminele verleden’ en ‘in belangrijke mate gesubsidieerd wordt door de olie- en gasindustrie’.

[…] het boek leest als een openbaring, althans voor wie de Russische politiek niet al jaren op de voet volgt. De afrekeningen en discussies onder literaire Russen leggen de angst en de uitzichtloosheid bloot die onder Poetin groeiden, maar die aanvaard werden als alternatief voor de angst en de chaos van de overgangsjaren onder Jeltsin. Het is geen opbeurende lectuur, zoals de titel al doet vermoeden, maar bevat louter door zijn radicale strijdbaarheid meer hoop dan alle zelfhulpboeken bij elkaar. […]

Lees hieronder de volledige bespreking (klikken om te vergroten).

MO over KirillMedvedev


 

 

Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Dit boek leest als een openbaring’ – Gie Goris, MO*

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ – Michel Krielaars, NRC Handelsblad Boeken

Getagged , , , , , , , ,

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ NRC Handelsblad Boeken over Alles is slecht

page3-480x688

Op vrijdag 15 augustus besprak Ruslandkenner Michel Krielaars voor NRC Handelsblad Boeken (p. 3) de bundel Alles is slecht. In zijn recensie ‘Het is de schuld van de intelligentsia’ besteedt hij vooral aandacht aan Kirill Medvedevs ‘heel scherpe’ essays, waarin hij beschrijft ‘hoe verdorven het intellectuele, morele en esthetische klimaat in Rusland is geworden’:

Poesjkins vrijheidspoëzie, Pasternaks Dokter Zjivago en de anti-Poetinpunk van Pussy Riot hebben met elkaar gemeen dat ze tegengif zijn voor de onderdrukking door de staat en de waarheid laten zien in een woud van leugens. De schrijver en dichter Kirill Medvedev (Moskou, 1975) doet dat ook. In zijn onlangs vertaalde bundel gedichten en essays Alles is slecht fileert hij zijn tijd en schetst hij een onthutsend portret van een hopeloos land.

Medvedevs gedichten doen aan de poëzie van Charles Bukowski denken, wiens werk hij heeft vertaald. Ze zijn geschreven in de vorm van het vrije vers en gaan over alledaagse dingen, zoals het kopen van twee potjes sprotpaté, ziek zijn, het ontdekken van een rubberen piemel in een kiosk, de arrogantie van snobistische filmcritici. Ze laten het alledaagse Rusland in de meest uiteenlopende kleurschakeringen zien, van lieflijk en chaotisch tot barbaars en wreed.

Heel scherp zijn Medvedevs essays ‘Mijn fascisme’ (2004) en ‘De literatuur zal worden doorgelicht’ (2007). Hierin beschrijft hij hoe verdorven het intellectuele, morele en esthetische klimaat in Rusland is geworden. Niet alleen de huidige machthebbers krijgen ervan langs, maar ook de post-Sovjetintelligentsia.

Volgens Medvedev heeft de liberale intelligentsia na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 verzaakt om een verenigende humanistische ideologie te ontwikkelen waarmee een evenwichtige samenleving kon worden opgebouwd, omdat ze alles wat niet met haar mensbeeld strookte weigerde te begrijpen. Daarentegen hebben nationalisten, conservatieven en extremisten van links en rechts elkaar gevonden in hun afkeer van het chaotische liberalisme van de jaren negentig en wél een nieuwe ideologie gevonden, zoals de reactionaire en pattriotistische denker Aleksandr Doegin laat zien. Zijn filosofie van het ‘Euraziatische imperium’ presenteert vage esoterische en zuiver racistische concepten als ‘hapklare sacrale waarheden’, die veel Russen aanspreken. Niet voor niets heeft de kleurloze Poetin Doegin tegenwoordig als huisfilosoof.

Dat de situatie in Rusland ronduit rampzalig is, blijkt ook uit Medvedevs omschrijving van de ‘vergeldingsmythe’, die veel Russen obsedeert. Opnieuw raakt hij daarbij de kern van de zaak: ‘De afgelopen vijftien jaar is de werkelijkheid zo vaak gebroken, verminkt, verkracht, zijn er zo veel juridische morele en domweg menselijke geboden en regels overtreden, hebben zo veel mensen – door het gebruik van hun intellect, macht, kennis of gewoon door hun domheid, talentloosheid en cynisme – hun handen vuil gemaakt aan allerlei stinkende zaakjes, dat het hierna nooit meer goed kan komen.’

Voor de meeste Russen en het Kremlingetrouwe deel van de intelligentsia is het daarom van belang dat alles bij het oude blijft, zodat de afrekening tot na hun dood kan worden uitgesteld.

Abonnees van NRC Handelsblad kunnen de volledige recensie lezen via deze link.


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Dit boek leest als een openbaring’ – Gie Goris, MO*

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

‘Een onthutsend portret van een hopeloos land’ – Michel Krielaars, NRC Handelsblad Boeken

Getagged , , , , , , , , , ,

‘Sterke poëzie’ Literair Nederland over Alles is slecht

In zijn stuk ‘Ondertussen in Rusland’ bespreekt poëzierecensent Maarten Buser Alles is slecht van Kirill Medvedev voor Literair Nederland. Daarbij besteedt hij aandacht aan het vertaalde karakter van dit ‘mooi boek’:

Medvedevs gedichten verschillen eigenlijk niet eens zo erg van zijn essays: ook de gedichten meanderen een aantal pagina’s lang door en zijn strek politiek gericht. Tegelijkertijd is Medvedevs poëzie gewoon léuker, door haar praterige, prozaïsche karakter en prettige humor. In Rusland schijnt deze poëzie slecht ontvangen te zijn, als er al erkend werd dat Medvedeves poëzie daadwerkelijk poëzie is. In één van de beste gedichten in Alles is slecht, vindt de verteller een potje goedkope sprotpaté. Daarna gaat deze ‘ik’ de rest van de producten van de supermarkt inspecteren: ‘terwijl ik / met zorg / en piëteit / ieder product onderzocht / en me overgaf aan de lectuur / van de geraffineerde benamingen van die prachtig verpakte etenswaren, / soms deden die mijn hoofd duizelen / (er was bijvoorbeeld een product / met de naam / ‘twee regenboogforellen’)’

Deze aandoenlijke verbazing geeft de supermarkt bijna iets sprookjesachtigs. Even lijkt Medvedevs engagement verdwenen te zijn, waardoor het slot van het gedicht nog harder aankomt: ´toen ik op straat stond […] drong het tot me door hoe vaak / mijn afschuw / voor de grimas van de consumptiemaatschappij / omslaat in sentimentaliteit’.
Ook wie aanvankelijk wantrouwend zou staan tegenover de prozaïsche toon, moet erkennen dat een gedicht als dit knap in elkaar zit. (Toch gek dat er Russen zijn die dat niet zien.)

Het fijne van Alles is slecht is dat de samenstellers voor teksten hebben gekozen die Medvedevs ideeënwereld over cultuur en politiek oproepen. Hoewel in de gedichten ook duidelijk stelling wordt ingenomen en statements worden gemaakt, vormen de essays en ‘acties’ een verdere context waarin gevente ideeën functioneren. (Hierbij moet de kanttekening geplaatst worden dat geenszins gesteld wordt dat de gedichten belangrijker zijn dan de prozateksten in de bundel, maar als poëzierecensent ligt de nadruk voor mij op de gedichten.) Het is vanaf het opgeven van het copyright bijvoorbeeld maar een kleine stap naar het gedicht over vertalen. Misschien verklaart de inhoud van dat gedicht al het bestaansrecht van deze vertaalde pirateneditie van Alles is slecht. (Naar het schijnt heeft Medvedev er overigens ook geen bezwaar tegen om zijn vertalers tips te geven, hoewel hij geen toestemming heeft gegeven voor de vertalingen.)

[…]

Alleen de prominente enscenering in Rusland herinnert er aan dat Alles is slecht een vertaling is. Dat is slechts een detail, want eigenlijk is dit gewoon een Nederlands boek. De laconieke, praterige toon van de gedichten doet namelijk volledig natuurlijk aan, alsof er een Nederlander, die in Rusland heeft gewoond, tegen je aan het praten is in een café. Die Nederlander is Pieter Boulogne, die de gedichten en essays vertaalde van een Rus, een zekere Kirill Medvedev. Er kan gezegd worden dat Boulogne een mooi boek heeft geschreven: Alles is slecht. Boulognes essays zijn prima, maar vooral zijn poëzie is sterk.

Lees hier de volledige recensie.


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Sterke poëzie’ – Maarten Buser, Literair Nederland

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht’ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

‘Voor de geinteresseerden in de politiek van Rusland zeker een must’ – Hati Bell

‘Dikke aanrader’ – Martinus Bender, Avier (Onafhankelijk Literair Vlugschrift)

Getagged , , , , , ,

Kirill Medvedev. ‘ik maakte een praatje met een verkoopster…’

ik maakte een praatje met een verkoopster –

zonder bijbedoelingen –

zonder gescheld –

zonder bruuske uitvallen

niet tegen haar, niet tegen mij –

ik gaf iets

zij gaf te weinig terug –

te weinig geld.

zonder seksuele ondertoon.

speels –

maar zonder seksuele ondertoon.

iets anders zat er niet in.

zij valt op

professoren en motorrijders;

ik val op

verpleegsters van het ziekenhuis bij mij in de buurt

kleine promiscue vrouwen met hersens;

we praatten over koetjes en kalfjes

iets anders zat er niet in

maar als ik iemand anders was geweest

of als we beiden iemand anders waren geweest

en als iemand aandacht had gehad voor de smeuïge gloed

die langs ons gleed

dan zou die golf ons omver hebben geblazen

ons uit onze werelden hebben getrokken

met wortel en al

en dan zou ik

rondtollend in steriele winkelgalerijen

in een oplossing van pijnstillers

in een verkillende wereld

wellustig en vrolijk

tegen haar kunnen zeggen:

‘jonge verkoopster van groenten in het kraampje

bij de metro, je moet weten

dat je het afgelopen jaar een jaar of acht ouder

bent geworden,

je was geschminkt als een vijftigjarige hoer

en daarbij

zat je voorovergebogen, zodat je borsten

onder je blouse uit kwamen, en dat waren niet bepaald

de borsten die je had als twintigjarige (of hoe oud was je

vorig jaar?);

weet je waar ik aan moest denken?

naar het schijnt gebruikten italiaanse prostituees sperma

als verjongingscrème – ze smeerden er hun borsten

en gezicht mee in,

dus stel nu even dat ik dat ronde, pafferige, verdorven

gezichtje van jou

dat staaltje plebejische schoonheid,

in zou wrijven met zoveel sperma als ik

in mijn dromen doe

misschien zou je er dan minder belabberd bij lopen

maar dat is niet gebeurd en dat zat er ook niet in

want allemaal lopen we als slachtvee rond

met onze illusies

en er is niets waar we elkaar echt mee kunnen helpen.’

 

[Uit de bundel ‘Liefde, vrijheid, eerlijkheid, solidariteit,
democratie, totalitarisme’, Alles is slecht, pp. 160-161]

 


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Haast bezwerend’ – Claudia Zeller, Absint

‘Griezelig relevant boek’ – Mark Cloostermans, Boekblad

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

‘Zwarte, alarmerende humor’ – Griet Menschaert, Gonzo (circus)

‘Een onherroepelijke strijdkreet van een rebelse overlever, die zijn inkt heeft vermengd met buskruit’ –Tommy van Avermaete, Irrealisten.blogspot.nl

‘Kirill Medvedev kent u van Alles is slecht‘ – Gaea Schoeters, De Standaard der Letteren

Getagged , ,