Karel van het Reve: Verzameld werk 5

Hermann Hesse dixit: ‘Ich kann und mag natürlich den Lesern nicht vorschreiben, wie sie meine Erzählung zu verstehen haben. Möge jeder aus ihr machen, was ihm entspricht und dienlich ist!’. Schrijvers, en al zeker de doden onder hen, zijn er om geannexeerd te worden. Karel van het Reve (1921-1999) zou het er roerend mee zijn eens geweest dat de beste en, gezien zijn schrijfstijl, ook de aangenaamste manier iets te weten te komen over het vijfde van zijn in totaal zeven volumes tellende verzameld werk, dit boekdeel zelf lezen is. Wie het echter aan moed of tijd ontbreekt voor een nieuwe mastodont, één van maar liefst 1162 pagina’s, kan zich door het lezen van deze recensie van 600 woorden, waarvan meer dan een vierde verspild is aan de inleiding, de illusie verschaffen bij benadering te weten wat hierin behandeld wordt en op welke wijze.

Net als de vorige delen van Van het Reve’s verzameld werk bevat ook dit deel tientallen essays, recensies en colums over een breed gamma van cultuurproducten en onderwerpen waarvan sommige belangwekkend zijn en andere triviaal, maar waarvan de behandeling steevast getuigt van de scherpe kritische zin, het gevoel voor humor en ook wel van de al dan niet terecht Hollands aandoende zelfingenomenheid van de auteur (die zichzelf soms meer op de voorgrond plaatst dan zijn onderwerp). Het gaat om de bundels Freud, Stalin en Dostojevski en Afscheid van Leiden, en om ongebundeld werk van de jaren 1981-1984. Vooral de eerstgenoemde titel is interessant. Daarin komt de auteur uitgebreid terug op zijn eerder geproclammeerde aversie van Dostojevski – die destijds overigens minder origineel was dan ze ons vandaag toeschijnt. Het beeld dat van deze schijver wordt opgehangen is voorzeker karikaturaal – ‘Hij had drie vaste onderwerpen van gesprek: de gevoelens van iemand die op het punt staat ter dood te worden gebracht, de gevoelens van iemand die op het punt staat een epileptische aanval te krijgen, en de gevoelens van iemand die een tienjarig meisje verkracht’ – maar bevat meer waarheid dan menig theologische studie over de zogenaamde profetische mensenvriend. Via Dostojevski komen we terecht bij Freud, die door Van het Reve op gepatenteerde wijze ingesmeerd wordt met pek en veren omdat hij de epilepsie van de Russische schrijver in verband bracht met een onopgelost Oedipuscomplex. Het is een onderwerp dat ook bestudeerd is door de Amerikaanse slavist Joseph Frank. De vergelijking tussen beide stukken maakt duidelijk dat Van het Reve zelfs in zijn vakpublicaties, die trouwens voor een man die jarenlang een leerstoel heeft bezeten qua totale omvang weinig voorstellen, vooralles een kokette columnist is.

De indruk dat het Van het Reve ook als wetenschapper net iets meer te doen was om de lezer te vermaken met zijn eigen persoonlijkheid dan om hem iets bij te leren, wordt bevestigd bij het lezen van zijn vermaarde Geschiedenis van de Russische literatuur van Vladimir de Heilige tot Anton Tsjechov, die eveneens in dit volume is opgenomen. In de inleiding plaatst hij torenhoge vraagtekens bij de verbanden die literatuurhistorici plegen te leggen tussen schrijvers en hun voorgangers of hun maatschappelijke context, om zich daarna vijfhonderd pagina’s lang over te geven aan de meest subjectieve appreciaties en aan anekdotiek van het type: Gogol moet als kind ‘een nogal smerig jongetje, met lopende neus en oren’ zijn geweest. In het begin is dit alles heerlijk verfrissend, zeker voor de slavist die gevormd is met de meer encyclopedisch aandoende Geschiedenis van de Russische literatuur van Emmanuel Waegemans, maar na een paar honderd bladzijden treedt de verzadiging in. Dan is het alsof je straciatella-ijs aan het eten bent met net iets teveel chocolade.

[Gepubliceerd in De leeswolf]

One thought on “Karel van het Reve: Verzameld werk 5

Reacties zijn gesloten.

%d bloggers liken dit: