Tagarchief: Pussy Riot

De antikapitalistische kunst van Pjotr Pavlenski als Russisch exportproduct

pavl.jpg

Pavlenski’s actie ‘Belichting’ (2017)

Volgens een Russisch spreekwoord is ‘een ongenode gast erger dan een Tataar’. Op 16 oktober sloeg de Russische kunstenaar Pjotr Pavlenski, die sinds begin dit jaar als politiek vluchteling in Frankrijk verblijft, toe in zijn gastland: voor dag en dauw trok hij naar de Place de la Bastille, waar hij de grote vensters langs weerszijden van de imposante ingang van de hoofdzetel van de Banque de France in brand stak. Het handvol door hemzelf opgetrommelde aanwezige fotografen en journalisten kreeg ter duiding een flyer: De brandstichting in de Banque de France belicht de waarheid die de autoriteiten ons verplichten te vergeten. De bankiers hebben de plaats ingenomen van de monarchen.

Pavlenski’s actie ‘Belichting’ werd onthaald op onbegrip. Nochtans is hij daarin geheel trouw gebleven aan zichzelf. De foto van de brandstichting van de Banque de France lijkt bijna een reproductie van het in 2015 vastgelegde, iconische beeld van Pavlenski, die nog met een jerrycan in de handen poseert voor de brandende deur van de Ljoebjanka, de zetel van de Russische staatsveiligheidsdienst FSB. De kunstenaar trekt dus een parallel tussen de geheime politie van een autoritair regime en een financiële instelling van een democratisch land: in zijn optiek dienen beide instellingen de onderdrukking van het volk. Dat had men niet zien aankomen. Pavlenski was toch de kunstenaar die tegen het Poetinregime protesteerde?

russian-fire.jpg

Pavlenski’s actie ‘Vuur’ (2015)

Zijn reputatie als Poetincriticus heeft Pavlenski niet gestolen. In de pers dook zijn naam voor het eerst op in juli 2012. Toen vond in Moskou het proces plaats tegen enkele leden van Pussy Riot, die in de Christus-Verlosserkathedraal de Moeder Gods in een punkgebed gesmeekt hadden om Poetin te verjagen. Uit solidariteit poseerde Pavlenski bij de Kazan-kathedraal in Sint-Petersburg met toegenaaide lippen en een plakkaat waarop te lezen stond dat Pussy Riot ‘de befaamde actie van Jezus Christus (Mattheüs 21: 12-13)’ had nagespeeld.

Sindsdien haalde Pavlenski zo ongeveer om het half jaar de wereldpers. In mei 2013 protesteerde hij tegen het repressieve regime van de Russische Federatie door zich poedelnaakt en in prikkeldraad gewikkeld te laten afleveren voor het gebouw van de wetgevende vergadering van Sint-Petersburg. In november van hetzelfde jaar nagelde de kunstenaar uit onvrede met de politieke onverschilligheid van zijn landgenoten zijn scrotum aan het plaveisel van het Rode Plein. Minder bekend is de collectieve actie waarmee Pavlenski in februari 2014 reageerde op de Oekraïense Majdan-opstand: vlakbij de plek waar in 1882 Aleksandr II vermoord is, werd een barricade opgeworpen en in brand gestoken. Een half jaar later  sneed Pavlenski, naakt gezeten op de muur van een psychiatrische instelling, met een groot mes zijn rechteroorlel af, om het gebruik van de psychiatrie voor politieke doeleinden aan de kaak te stellen.

7453047.jpg

Pavlenski’s actie ‘Kadaver’ (2013)

Volgens Pavlenski neemt het systeem deel aan zijn kunst, door erop te reageren. Verbazingwekkend genoeg bleef de repressie tegen Pavlenski al bij al beperkt. Dat veranderde toen hij het gebouw van de FSB letterlijk onder vuur nam. Hij bracht enkele maanden in voorhechtenis en in de psychiatrie door, waarna hij veroordeeld werd tot een astronomische schadevergoeding. Kort na zijn vrijlating beschuldigde een bevriende actrice hem en zijn vriendin van aanranding – volgens hemzelf op instigatie van de Russische geheime dienst – waarop ze met hun twee dochters de benen namen naar Frankrijk.

Hoe origineel Pavlenski ook lijkt, zijn acties komen niet uit de lucht vallen. Hij staat onder directe invloed van Aleksandr Brener, die beschouwd kan worden als een van de vaders van het post-Sovjet-Russische kunstactivisme. Het minste wat je kan zeggen is dat Brener een non-conformist is. Terwijl de Russische literatuur- en kunstwereld zich na de implosie van het Sovjetimperium laafde aan de door het Kremlin geboden mogelijkheid om niet met politiek bezig te zijn, stelde hij, zoals de Russische dichter Vladimir Majakovski hem dat voor had gedaan, zijn kunst ten dienste van radicaal linkse ideeën. Hij hield provocatieve performances. Zo verscheen hij tijdens de Eerste Tsjetsjeense Oorlog in 1995 gekleed in boxershort en met bokshandschoenen op het Rode plein, waar hij de president met de woorden ‘Kom op, Jeltsin, kom hier!’ opriep om het tegen hem op te nemen. In 1997 koos hij voor de emigratie, maar dat betekende niet het einde van zijn kunstactivisme. Nog in hetzelfde jaar belandde hij vijf maanden in een Nederlandse gevangenis omdat hij in het Stedelijk Museum Amsterdam met een spuitbus een groot dollarteken had aangebracht op een peperduur schilderij van de door hemzelf bewonderde avantgardistische schilder Kazimir Malevitsj.

ALEXANDER-BRENER1.png

Malevitsj’ schilderij Suprematisme, voorzien van dollarteken door Brener

In zijn Nederlandse cel hield Brener een dagboek bij. Centraal daarin staat zijn verlangen om democratische kunst te maken, ‘voor mensen die niet op hun eigenbelang uit zijn – een nogal pretentieus en wellicht onzinnig streven’. Die kunst is niet passief, maar ‘een ultra-actieve invasie in de wereld, ‘een poging haar totaal te veranderen’. ‘Om tot open, vrije en zonnige verhoudingen te komen is het noodzakelijk de maatschappelijke orde waarin we nu leven en die de naam “kapitalisme” draagt te vernietigen – dat is waar we kunstenaars voor nodig hebben!’ schrijft Brener. Het is in die antikapitalistische, revolutionaire geest dat Pavlenski zijn handelingen stelt, al wil dat nog niet zeggen dat hij een kopie is van Brener. De Russische dichter Kirill Medvedev vatte het verschil tussen beiden treffend samen: ‘Brener is heel vitaal, terwijl Pavlenski er voortdurend naar streeft om zich te monumentaliseren.’

Nu Pavlenski in Parijs de lont in het kruitvat heeft gestoken, is het voor de westerse publieke opinie comfortabele denkbeeld dat zijn acties gericht zijn aan het adres van één land – dat al te vaak gereduceerd wordt tot één kwaadaardige man – niet langer houdbaar. Voor zijn actie werd Pavlenski door een Franse rechter kortstondig in een psychiatrische instelling geplaatst. Momenteel wacht hij in voorlopige hechtenis een proces af. Het Russische politieke establishment wrijft zich in de handjes, want door de kunst van Pavlenski in de medische en criminele sfeer te plaatsen, treedt Frankrijk in de Russische voetsporen. Houdt de parallel tussen beide regimes, die de kunstenaar in zijn recentste actie trok, dan toch steek?

[Gepubliceerd in Knack op 27 november 2011]


Op woensdag 6 december geef ik een lezing aan de KU Leuven in het kader van de lezingenreeks ‘1917-2017: de Russische (R)evolutie’. In een reeks van tien lezingen maken academici uit verschillende disciplines de stand van het land op: waar staat Rusland 100 jaar na de Russische Revolutie? Het volledige programma raadplegen en inschrijven doet u hier.

Getagged , , , , , , , , ,

Lezing over kunstactivisme in/uit post-Sovjet-Rusland (6/12)

PussyRiot4.11

In het kader van een lezingenreeks over Russische (r)evolutie, houd ik op woensdag 6 december 2017 aan de KU Leuven om 19u30 een lezing over kunstactivisme in/uit post-Sovjet-Rusland. Aanbevolen voor wie niet weet wat hij of zij van Pussy Riot moet denken, maar ook Pjotr Pavlenski komt uitgebreid aan bod. Iedereen is welkom, maar inschrijven is verplicht (via deze link:  https://www.arts.kuleuven.be/crs/lezingenreeks19172017).

Getagged , , , , , , ,

Obe Alkema (Tzum literair weblog) bespreekt Alles is slecht

Kirill Medvedev, foto uit een onbekende oude doos, opgediept door Obe Alkema ter illustratie van zijn recensie op Tzum literair weblog.

Kirill Medvedev, foto uit een onbekende oude doos, opgediept door Obe Alkema ter illustratie van zijn recensie op Tzum literair weblog.

Obe Alkema bespreekt Alles is slecht van Kirill Medvedev in Tzum literair weblog (1/6/2014):

 Alles is slecht biedt een goed overzicht uit Medvedevs oeuvre en vooral zijn poëzie is goed vertegenwoordigd. De oprechtheid en emotionaliteit is terug te zien in Medvedevs titelloze gedichten waarin alledaagse taferelen verwoord worden door middel van gemakkelijke taal zonder enige elitaire, hoogdravende opsmuk. […]

Alles is slecht is een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties. Die laatste groep komt misschien niet al te goed uit de verf, omdat de acties slechts schriftelijk verslagen worden zonder enige ondersteuning van beeldmateriaal. De essays bieden een interessante kijk op het Rusland van nu, maar blijven op enige afstand door mijn tekortschietende knowhow met betrekking tot de Russische (culturele en politieke) geschiedenis van de afgelopen twintig jaar en misschien ook wel door de culturele en politieke kloof tussen Nederland en Rusland. Desalniettemin zitten er genoeg elementen in die teksten die van toepassing zijn op onze literaire wereld. Daarnaast biedt de inhoud (zonder deel uit te maken van het Russische literaire veld) genoeg stof tot nadenken, zoals hoe om te gaan met zijn auteursrecht dat hij vogelvrij verklaard heeft. Tenslotte zijn de gedichten de echt literaire vertaling van zijn ideeën uit de essays. Al zijn opinies, keuzes, evenementen (‘Ten oorlog tegen het stadhuis’ gaat bijvoorbeeld over een van zijn acties) en ontmoetingen vinden hun weerslag in Medvedevs poëzie, waarin het kleine centraal staat, maar dat naadloos verbonden wordt met het grotere:

ik sta te bladeren in een boekje
van een jonge petersburgse dichter,
met een lachwekkende irritatie,
sympathie,
en vederlichte ironie,
observeer ik
wat deze stad heeft voortgebracht,
alsof ze aan de bron van de poëzie zelf zit,
aan het ijs van de wereld,
alsof ze erop is aangesloten met een speciale
zij het sterk verontreinigde
afvoerpijp.
(…)

De invulling van Alles is slecht is goed gekozen. Ik hoop dat er van Nederlandse auteurs ook zulke boeken zullen verschijnen met een theoretische en culturele inbedding van hun ideeën in combinatie met de literaire vertaling van die ideeën. Dat zorgt voor de broodnodige context die mijns inziens (vooral) bij dichtbundels ontbreekt.

Lees hier de volledige recensie (pdf).


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

 

Getagged , , , , , , ,

Alles is slecht. Nawoord van de vertaler

Voor wie geïnteresseerd is in het Rusland van de eenentwintigste eeuw, voor wie zijn beeld wil aanscherpen van de cultuurhistorische context waarin Pussy Riot een punkgebed hield in de Christus Verlosserskathedraal van Moskou, de kunstenaar Pjotr Pavlenski uit protest tegen de politieke onverschilligheid van zijn landgenoten zijn scrotum aan het plaveisel van het Rode Plein nagelde, en Aleksej Navalny van anticorruptieblogger uitgroeide tot een voor het Kremlin te duchten oppositieleider, kunnen de in deze bundel opgenomen essays erg verhelderend zijn. Misschien nog wel meer verhelderend dan alle berichten die hierover in onze traditionele media zijn verschenen bij elkaar – ook al is Kirill Medvedev niet de spreekbuis van Pussy Riot of Pavlenski, en al helemaal niet van Navalny. Ook als dichter vertegenwoordigt Medvedev alleen zichzelf, maar met name zijn Amerikaanse critici brengen hem graag in verband met de cultschrijver Charles Bukowski:

his poetry recalls the colloquial free verse of Grace Paley, Frank O’Hara, and Charles Bukowski

– Robert P. Baird, newyorker.com

Mr. Medvedev’s unrhymed, come-as-you-are poems (he is a translator of Charles Bukowski) reject romanticism
of any sort.

– Dwight Garner, nytimes.com

What Medvedev has in common with Bukowski is an absence of compromise, honesty (…), and a disdain for
the various fine clothes and perfumes that poems are sometimes made to wear.

– Joe Linker, joelinker.wordpress.com

Ondanks de markante verschillen in levensstijl en denken (tegenover het gezuip van Bukowski staat het politieke engagement van Medvedev) is de vergelijking tussen beiden niet vergezocht; niet alleen is Medvedev de eerste Russische vertaler van Bukowski, hij werkt deze vergelijking ook zelf in de hand:

vertalen is volgens mij
alleen de moeite waard
als je volledig
kunt versmelten
met de schrijver
onder iedere regel
je eigen naam plaatsen
zijn schreeuw
opvangen en versterken
dat had ik bijvoorbeeld
bij het vertalen van
een amerikaan
een zekere charles bukowski

[…]

Na een voordracht tijdens een poëziewedstrijd in Rome wandelde ik eens volmaakt gelukkig door de stad, als een beroemde gastartiest, voor de ene helft Jevtoesjenko en voor de andere helft Bukowski, als een vip (en tegelijkertijd als een kind), met een enorme fles bier in de hand die mijn reisgezel (een Zwitserse dichteres) in ontsteltenis bracht.

Stilistisch hebben Medvedev en Bukowski veel met elkaar gemeen. Het valt te vermoeden dat Medvedevs ervaring als vertaler van Bukowski hem heeft aangemoedigd Russische poëzie in het vrije vers te gaan schrijven: gedichten zonder rijmschema, regelmatige strofebouw of vast metrum.

In de jaren negentig werd verlibr (afgeleid van het Franse ‘vers libre’) in Rusland een van de meest verspreide dichtvormen, met name dankzij niet-professionele schrijvers. Russische literatuurhistorici verklaren het succes van het vrije vers door erop te wijzen dat het ‘uiterst geschikt is voor “onwillekeurige”, intieme poëtische expressie, voor de “registratie” van gedachten en gevoelens’. Bij Kirill Medvedev, aldus dezelfde literatuurhistorici, ‘sluit het vrije vers aan bij het streven om “de voorbijglijdende realiteit” vast te leggen’. Hijzelf ziet poëzie als ‘de maximale talige expressiviteit van een authentieke manier van kijken’.Veel Russische lezers, voor wie rijm en elegantie de basiskenmerken van poëzie uitmaken, halen daarbij hun schouders op. Sommigen vinden Medvedev een zeikdichter of helemaal géén dichter.

Het klopt dat de verzen van Medvedev in puristisch opzicht veel te wensen overlaten: zijn interpunctie en hoofdlettergebruik zijn in hoge mate inconsequent en idiosyncratisch (zijn Amerikaanse vertalers merkten op dat hoe ouder hij wordt, hoe meer hoofdletters hij gebruikt). Meer in het algemeen lijkt hij een broertje dood te hebben aan eindredactie. De poëtische expressie van Medvedev is rauw, direct, bijwijlen absurd of grappig, en altijd radicaal oprecht – in die mate dat hij het niet altijd nodig vindt achteraf aan het licht gekomen fouten te corrigeren.

In 2011 verscheen een Nederlandse vertaling van een selectie gedichten van Bukowski. In een interview met de Volkskrant legt de vertaler, Peter Verstegen, uit dat het vertalen van Bukowski technisch niet zoveel voorstelt, maar dat je als vertaler moet oppassen dat je de gedichten niet mooier maakt dan ze eigenlijk zijn. Ook kan je ‘het verkloten door de toon van de dichter pretentieuzer en wijsneuziger te maken’. Hoewel niemand Medvedev een gebrek aan pretentie en wijsneuzigheid zal aanwrijven, heb ik deze waarschuwingen ter harte genomen.

Conform zijn Manifest over het auteursrecht is de betrok-kenheid van Medvedev bij de totstandkoming van deze uitgave tot een absoluut minimum beperkt. Een enkele maal heb ik contact met hem gezocht met het verzoek mij de tekst van een op het internet onvindbaar gedicht te bezorgen. Dit heeft hij vriendelijk gedaan, zonder vragen te stellen. Qua samenstelling volgt deze bundel gedichten, essays en acties, die rechtstreeks uit het Russisch werden vertaald, de bij Ugly Duckling Presse en n+1 verschenen uitgave It’s No Good (Brooklyn, 2012). Net als in die publicatie zijn enkele bijzonder volumineuze essays van Kirill Medvedev in deze bundel terechtgekomen in ingekorte vorm. De eindnoten zijn van de hand van Medvedevs Amerikaanse vertalers of van mijn hand, tenzij anders vermeld.

Tot slot wil ik Frank Keizer, Eva Parton en Maarten Horeman bedanken. En een Rus wiens naam ik niet noem, omdat hij in zijn post-Sovjetparanoia gelooft dat de FSB hem dood zal schieten voor zijn hulp bij het oplossen van enkele vertaalproblemen.

Pieter Boulogne, Leuven, januari 2014


 

Alles is slechtKirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

 

 

Getagged , , , , , , ,

Flaptekst van Kirill Medvedevs Alles is slecht

Alles is slecht

Alles is slecht bevat een selectie uit de gedichten, essays en acties die de Russische dichter en activist Kirill Medvedev het afgelopen decennium schreef. Van zijn afscheid, uit protest, van de literaire wereld, de oprechte blijdschap bij het vinden van een potje paté in een supermarkt tot politieke overdenkingen tijdens een actie voor het behoud van het Chimkibos bij Moskou – de rauwe, alledaagse, directe, soms absurde of grappige maar altijd radicaal oprechte gedichten van Medvedev schuwen geen enkel onderwerp, en deinzen er niet voor terug stelling te nemen.

In zijn essays, waarin hij harde, maar in zijn ogen onvermijdelijke conclusies trekt uit de crisis van de post-Sovjetintelligentsia en de staat van de huidige machthebbers in Rusland, doet hij net als in zijn gedichten een krachtig beroep op de verbeelding, de rechtvaardigheid en de waarheid als tegengif tegen leugens en onderdrukking. Steeds rekent hij hierbij af met het idee dat literatuur een privéaangelegenheid is, die niet in staat is een maatschappelijke of politieke ruimte op te eisen.

Medvedev bewijst met deze bundel het tegendeel. Alles is slecht is een onontkoombaar boek voor iedereen die wil weten waarom poëzie ertoe doet, geïnteresseerd is in het Rusland van Poetin, Pussy Riot en Navalny, en radicale antwoorden zoekt op de vragen van deze tijd.

Kirill Medvedev

Kirill Medvedev

Kirill Medvedev  behoort samen met de feministische punkgroep Pussy Riot en het kunstenaarscollectief Chto Delat uit Sint-Petersburg tot de jongere generatie schrijvers en kunstenaars in Rusland die zich verzet tegen het regime van Vladimir Poetin.

Uit protest tegen het corrupte en ingedutte literaire milieu in zijn land kondigde Medvedev in 2003 het einde aan van zijn literaire carrière. Een jaar later gaf hij ook zijn copyright op, zodat tegenwoordig alleen nog piraatedities van zijn werk kunnen verschijnen.

Een paar jaar geleden begon Medvedev in Moskou een eigen uitgeverij, die voornamelijk door hemzelf verzorgde vertalingen van westerse marxistische auteurs als Pier Paolo Pasolini, Herbert Marcuse en Alain Badiou publiceert. Daarnaast treedt hij regelmatig op met zijn band Arkady Kots, vernoemd naar de Russische dichter die de Internationale in het Russisch vertaalde, waarmee hij teksten van de bekende Russische ‘kunst-terrorist’ Aleksandr Brener ten gehore brengt.

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. ca. 300 p. ISBN 9789491717086. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO

Lees hier een meer uitgebreid auteursportret van Kirill Medvedev.

 

 

Getagged , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

De weigering van de dichter. Kirill Medvedev: Alles is slecht

Op 1 mei 2014 brengt uitgeverij Leesmagazijn de bundel Alles is slecht uit met gedichten, acties en essays van de Russische dichter en linkse activist Kirill Medvedev. Samen met Frank Keizer schreef ik voor De Leeswolf (2014, Nr. 2.) het onderstaande auteursportret, een voorproef van de radicale oprechtheid van deze ‘Russische Bukowski’.

GEDICHTEN

op dit moment vertaal ik een detective

voor het tijdschrift buitenlandse literatuur

een detective voor een nieuwe serie

bijlagen van dat tijdschrift

volgens mij heet die serie

‘een boek voor onderweg’

ik heb zo het gevoel

dat ik de laatste tijd

in dienst sta van de bourgeoisie

de detective is geschreven door john ridley

een zwarte amerikaanse schrijver

hij is 32 jaar oud

het is een spectaculaire detective

die ergens doet denken aan de films van quentin tarantino

hij bevat satire op hollywood

en kritiek op de moraal van het hollywood-

establishment

maar tegelijkertijd gebruikt hij

alle bekende hollywoodtrucs;

die roman bevat wel

enkele sterke passages

maar in zijn geheel is het

naar mijn gevoel

gewoon een goed gelukt knutselwerkje

volgens mij zijn vertalers

op een zeldzame uitzondering na

vampiers

die zich voeden

met andermans bloed

want een vertaling

is een zoete droom

terwijl een kunstwerk

een kwelling is

daarom

zal ik waarschijnlijk

nooit meer iets vertalen

Met de bovenstaande slotregels van een lang programmatisch gedicht kondigt de Moskoviet Kirill Medvedev aan het begin van dit millennium zijn dichterschap aan. Op dat moment is hij vijfentwintig jaar oud. Literatuur is er hem met de paplepel ingegoten. Zijn moeder was redactrice bij een grote Sovjetuitgeverij, zijn vader een bibliofiel en journalist die tijdens de perestrojka beroemd werd, maar in de vroege jaren 1990 zijn gezin aan de roulette ruïneerde (hij moest zelfs zijn bibliotheek verkopen). Van 1992 tot 1996 studeerde Medvedev geschiedenis aan de Moskouse Staatsuniversiteit. Wanneer hij in 2000 afstudeert aan het Gorki Instituut voor Literatuur probeert hij in zijn onderhoud te voorzien als journalist en criticus. Hij schrijft recensies en artikels voor kranten en tijdschriften, en maakt literaire vertalingen. Langzaam dringt het besef tot hem door dat hij onmogelijk door kan gaan met dit alles – ook al haalde hij met name uit het vertalen grote voldoening. Zo vertelt hij in dit gedicht dat hij bij het vertalen van Amerikaanse cultschrijver Charles Bukowski het gevoel had volledig samen te smelten met de auteur. Ondanks de markante verschillen in levensstijl en ideeëngoed – tegenover het gezuip van de een staat het engagement van de ander – hebben Medvedev en Bukowski inderdaad veel met elkaar gemeen. Het valt te vermoeden dat Medvedev zich door zijn ervaring als vertaler van Bukowski aangemoedigd heeft gevoeld om Russische poëzie in het vrije vers te schrijven: gedichten zonder rijmschema, regelmatige strofebouw of vast metrum. Ze delen ook een zwak voor onwelvoeglijk taalgebruik, dat in Rusland meer nog dan in het Westen tot de taboesfeer behoort. Voor puristische Russische poëzielezers is Medvedev dan ook een zeikdichter of helemaal géén dichter.

In zijn eerste poëziebundels Alles is slecht (2000) en Invasie (2003) legt Medvedev zijn ervaringen vast in Rusland, dat toen nog enthousiast Poetin achterna holde. Terwijl zijn landgenoten een graantje proberen mee te pikken van de groeiende welvaart, waar zo naar gesnakt was onder het communisme, kijkt Medvedev aan de zijlijn toe. Hij denkt na over zijn eigen positie in en tegenover de consumptiemaatschappij van post-Sovjet Rusland, bijvoorbeeld in het gedicht ‘In de supermarkt Smolenski’, waarin hij, niet gespeend van zelfkritiek, de trance beschrijft waaraan hij ten prooi valt onder invloed van al die prachtig verpakte etenswaren:

een tijdlang staarde ik

naar al die

mooie domme dure

bling bling

die daar verspreid lag

op de rekken

van de supermarkt

en ik begreep

dat dit wellicht

de basisbrandstof was

van onze maatschappij

(niet omdat we allemaal

in een consumptiemaatschappij leven,

maar gewoon omdat

de rest

entourage is

terwijl je van voedsel

kan zeggen wat je wil

maar het zijn proteïnen

het is de basisgarantie

voor gezinsgeluk en welvaart

in wezen wordt alles

veroorzaakt door voedsel,

en daarom hoeft het

misschien niet te verbazen

dat voedsel de oorzaak is

van gezinnen die uiteenvallen

relaties die stuklopen

en van moorden);

na zo nog wat rondgelopen te hebben

drong het besef door

dat mijn verstikkende gevoel van medelijden

met die producten

ook een soort

fetisjisme was

en ook

een vorm

van materialisme was;

want eigenlijk is er geen reden

om te doen te hebben met producten

die dat alles

veroorzaken;

ik betaalde voor een visfilet

en voor de twee potjes

van die verbazingwekkend goedkope paté

die ik bij mezelf

‘de paté der armen’ noemde

en toen ik op straat stond

met die producten

drong het tot me door hoe vaak

mijn afschuw

voor de grimas van de consumptiemaatschappij

omslaat in sentimentaliteit

 

ACTIES

Als jonge dichter staat Medvedev onder hoede van Dmitri Koezmin, een excentrieke literator, uitgever en openlijke homoseksueel (wat in Rusland gezien wordt als een provocatie). Al in 1989 heeft hij onder de naam Vavilon een grootschalig forum opgezet waarop hij de meest uiteenlopende innovatieve Russische dichters onderbrengt. Koezmin helpt Medvedev om zich als dichter op de kaart te zetten, maar na enkele jaren bekoelt Medvedevs belangstelling voor diens literaire project. De rechtstreekse aanleiding voor de breuk is de steun van Koezmin aan de Amerikaanse invasie in Irak. De diepere reden is het besef van Medvedev dat zijn teksten binnen het Vavilonproject dan wel getolereerd en misschien ook geapprecieerd worden, maar dat ze geen echte invloed uitoefenen op de lezer: ze zijn een voorbeeld van repressieve tolerantie. In 2003 besluit Medvedev om de literaire wereld de rug toe te keren. Op zijn website publiceert hij een communiqué waarin hij het volgende verklaart:

Aan literaire projecten die georganiseerd en gefinancierd worden door de overheid of door culturele instanties weiger ik deel te nemen. Ik zal mijn boeken voortaan zelf uitgeven en financieren, en op mijn eigen website publiceren.

Ik zal geen publieke voordrachten meer houden.

Dit is geen heroïsche pose, PR-stunt of verlangen om mijn uitgeverij een duwtje in de rug te geven. Ik leg mezelf deze beperking op omdat ik haar noodzakelijk vind. Ik ben ervan overtuigd dat mijn teksten bestempeld kunnen worden als authentieke mainstreampoëzie. Daarom koester ik de hoop dat, wanneer de mainstream in mijn persoon voor de helft ondergronds gaat en – voor zover dat überhaupt mogelijk is – voor de helft onafhankelijkheid verwerft, dat er in mijn land dan misschien meer eerlijke, compromisloze en authentieke hedendaagse kunst zal komen, die niet besmeurd wordt door de culturele, financiële en politieke macht met haar weerzinwekkend ideologisch revanchisme (of, het omgekeerde, pseudo-liberalisme).

Medvedev voegt daad bij woord en publiceert zijn pornografisch getinte bundel De pikken der vaderen in de zomer van 2004 op zijn website. Enkele maanden later verzilvert hij zijn breuk met de literaire wereld door in een Manifest over het auteursrecht afstand te doen van zijn auteursrecht.

Ik bezit geen auteursrechten op mijn teksten en ik kan ze niet bezitten.

Niettemin verbied ik de publicatie van mijn teksten in bloemlezingen en bundels, omdat ik een dergelijke publicatie voor eens en altijd afdoe als manipulatie door deze of een andere culturele macht.

Mijn teksten mogen wel gepubliceerd worden in Rusland en in het buitenland, in welke taal dan ook, ALS AFZONDERLIJK BOEK, samengesteld en vormgegeven volgens de absolute willekeur van de uitgever en op de markt gebracht als PIRAATEDITIE, dat wil zeggen ZONDER MEDEWETEN VAN DE AUTEUR, ZONDER VOORAFGAANDE CONTACTEN OF AFSPRAKEN MET DE AUTEUR, wat ook vermeld moet worden in het colofon.

Iedereen die mij tot nog toe gepubliceerd heeft ben ik erkentelijk.

Strikt genomen heeft dit manifest enkel artistieke, geen juridische waarde. Niettemin publiceert de prestigieuze uitgeverij NLO in de herfst van 2005 achter de rug van Kirill Medvedev om een bundel met essays en gedichten van zijn hand onder de titel Teksten uitgegeven zonder medeweten van de auteur. Deze uitgave drijft het conflict tussen twee door Medvedev gekoesterde ambities op de spits: enerzijds het natuurlijke verlangen om gelezen te worden en anderzijds de weigering om deel uit te maken van een systeem dat hem in staat stelt zich als dichter te realiseren.

Als dichter overleeft Medvedev in de marge van het literaire systeem: in de jaren 2005 en 2006 schrijft hij voor zijn website de cyclus Voor de eeuwigheid en voor de door hemzelf opgerichte Nieuwe Marxistische Uitgeverij de bundel 3%. Toch gaat hij in de herfst van 2006 opnieuw een stap verder. Hij legt zich zelf een moratorium op: vijf jaar lang zal hij geen nieuwe gedichten publiceren. Behalve een poging om de routine te doorbreken is het een experiment. Zal hij nog de behoefte voelen om gedichten te schrijven in de wetenschap dat ze niet meteen gelezen kunnen worden?

Het moratorium van Medvedev betekent geen terugtrekking uit het openbare leven. Integendeel, vanaf 2006 speelt hij een bijzonder actieve rol in de socialistische beweging Vperjod (Vooruit). Bovendien laat hij zich opmerken met allerhande protestacties. Zo trok Medvedev in het voorjaar van 2007 in zijn eentje de straat op om te protesteren tegen de opvoering van een toneelstuk van Bertolt Brecht door de bekende regisseur Aleksandr Kaljagin. In Sovjetstijl had die in 2005 samen met een vijftigtal andere Russische cultuurprominenten een open brief ondertekend om een schuldigverklaring te vragen voor Poetins aartsvijand Michail Chodorkovski, die toen nog de CEO was van het Yukos olieconcern.

 

ESSAYS

Het moratorium van Medvedev betreft enkel zijn gedichten. Op zijn website en blog gaat hij gewoon verder met het publiceren van gedachten, liederen en in memoriams (van de Russische conceptualistische dichter Dmitri Prigov en de vermoorde mensenrechtenactivist Markelov). De meeste inkt kruipt echter in zijn essays, die stuk voor stuk getuigen van zijn scherp ontwikkelde rechtvaardigheidsgevoel en analytische vermogen. ‘In memoriam Dmitri Koezmin‘ (2006), over zijn breuk met zijn voormalige mentor, is tegelijk een ode en een vadermoord. In ‘De literatuur zal worden doorgelicht’(2007) trekt hij conclusies uit de crisis van de Post-Sovjetintelligentsia, die hij eerder in het essay ‘Mijn fascisme’ (2004) had vastgesteld. Inspiratie puttend uit de geschriften van Bertolt Brecht en Slavoj Žižek legt hij uit waarom de dichter geen privépersoon kan zijn.

In Rusland is dat geen nieuwe gedachte. De dichter Jevtoesjenko schreef al in 1965 dat ‘in Rusland een dichter meer dan een dichter’ is, en Medvedevs eigen teksten zijn soms doordrenkt van een bijna Messiaans aandoend pathos. In het bijzonder viseert Medvedev de figuur van Joseph Brodsky, wiens wens om ‘met rust gelaten te worden’ tijdens zijn proces gerechtvaardigd was, maar na diens verwerving van enorme morele en publieke status huichelachtig is geworden. Origineel is ook de marxistische invulling die Medvedev daaraan geeft. In zijn ogen heeft het leninistische Sovjetexperiment op geen enkele manier het marxisme als theorie in diskrediet gebracht. In de ogen van Medvedev heeft Rusland met name behoefte aan de idealen van het ‘warme’ marxisme, zoals gelijkheid en de idee dat de overheid zoveel mogelijk burgers moet vertegenwoordigen, en niet zoals nu de macht in handen moet laten van een elite wiens belangen diametraal tegenovergesteld zijn aan die van de bevolking. De Russische intelligentsia begaat een kapitale fout wanneer ze weigert in te zien dat de westerse democratieën waarnaar zij opkijkt geen toonbeelden van kapitalisme zijn, maar de vruchten plukken van eerder geleverde socialistische strijd. Tegelijkertijd toont Medvedev zich in zijn politieke denken complex, zelfs tegenstrijdig. Het essay ‘Mijn fascisme’ – Medvedevs zelfverklaarde ‘fascisme’ is zijn onvermogen om te begrijpen wat buiten zijn eigen menselijkheid ligt – eindigt met de aangrijpende wens om volmaakt ongepolitiseerd zijn kunst te kunnen bedrijven, in het besef dat dat op dit moment in Rusland niet mogelijk is.

De essays van Medvedev zijn niet licht verteerbaar, maar ze werpen een nieuw licht op het eenentwintigste-eeuwse Rusland. Voor wie geïnteresseerd is in de cultuurhistorische context waarin Pussy Riot een punkgebed hield in de Christus Verlosserskathedraal van Moskou, de kunstenaar Pjotr Pavlenski uit protest tegen de politieke onverschilligheid van zijn landgenoten zijn scrotum aan het plaveisel van het Rode Plein nagelde en Aleksej Navalny van anticorruptie-blogger uitgroeide tot een voor het Kremlin te duchten oppositieleider, zijn deze essays allicht verhelderender dan alle berichten bij elkaar die hierover in onze traditionele pers verschenen zijn – ook al is Medvedev niet de spreekbuis van Pussy Riot of Pavlenski, en al helemaal niet van Navalny. Keith Gessen, een in Rusland geboren Amerikaanse schrijver en de drijvende kracht achter de publicatie van de Engelstalige editie van Medvedevs geschriften It’s No Good, noemt Medvedev niet voor niets ‘Ruslands eerste echte post-Sovjetschrijver’. Medvedev bood radicale antwoorden op de vragen waar hij zelf mee worstelde.

Inmiddels is de zwijgplicht die Medvedev zichzelf als dichter heeft opgelegd verstreken. Het experiment is gelukt: hij is blijven schrijven. Zijn nieuwe creaties, die hij post op zijn Facebookaccount, zijn politieker dan ooit tevoren. Daarin beschrijft Medvedev bijvoorbeeld verwoede pogingen om van de stad Moskou toestemming te krijgen voor een linkse optocht, of een utopisch visioen van hoe een protestactie voor het behoud van het oude Chimskibos nabij Moskou ontaardt in een slagveld:

Op weg naar een actie voor het behoud van het Chimkibos,

dacht ik na over machteloosheid,

en herkauwde de oude gedachte dat het gebruik van wapens

een teken was van machteloosheid.

Toen in de verte een oproerpolitiebrigade opdoemde en iedereen in paniek raakte, niet uit filosofische machteloosheid,

maar uit heel erg aardse, menselijke machteloosheid.

toen dacht ik geestdriftig terug aan een idee uit een anarchistisch manifest,

dat enkel wie een wapen bezit

zich kan permitteren over pacifisme na te denken,

als we nu een wapen hadden, dacht ik, zouden we pacifisme ernstig kunnen overwegen,

en op het toppunt van onze machteloosheid, verscheen daar plots een wapen:

 

onze gelederen gingen uiteen en te midden van pacifistische studenten,

wanhopige leden van de intelligentsia en plaatselijke gepensioneerden ratelde een mitrailleur.

de agenten van de oproerpolitie vielen bij bosjes neer als de bomen van het Chimkibos.

Wat telt is dat er geen revolutie van komt, zei Jevgenija Tsjirikova,

toen we bij de aanblik van de lijken nadachten over hoe het verder moest.

De gedichten van Medvedev zijn niet elegant, zitten niet vol fraai verwoorde gedachten die een rijk innerlijk gevoelsleven verraden. Het zijn de erupties van een vertwijfeld, woedend, vaak radeloos individu, dat ernaar verlangt opnieuw een band met de wereld en zijn tijd aan te gaan. De poëtische expressie van Medvedev is rauw, onbemiddeld, bijwijlen absurd of grappig, maar altijd radicaal oprecht.


Alles is slecht

Kirill Medvedev. Alles is slechtLeesmagazijn. 314 p. ISBN 978-94-91717-09-3. € 19,95. Vertaling uit het Russisch door Pieter Boulogne. Met een inleiding door Keith Gessen, vertaald uit het Engels door Menno Grootveld. Eindredactie door Frank Keizer. Omslag ontworpen door Connie Nijman. 

‘Inspirerend’ – Arjen van Veelen, NRC Handelsblad

‘Wie Rusland beter wil proberen te begrijpen moet zeker Alles is slecht lezen.’ – Wim Brands, VPRO Boeken 

‘Ontwapenend alledaags’ – Jeroen Zuallaert, Knack

‘Een boeiende selectie van de gedichten en essays van een onversneden idealist’ – Erik Ziarczyk, De Tijd

‘Een harmonieus geheel van gedichten, essays en acties’ – Obe Alkema, Tzum literair weblog

‘Mooie en tot denken aanmoedigende essays’  – Jesse van Amelsvoort, 8WEEKLY

‘Liefhebbers van Bukowski of auteurs van de beat-generatie kunnen hun geluk niet op’ – Annelies Omvlee, Cutting Edge

Getagged , , , , , , , , , , , , , ,

Redevoering van Nadezjda Tolokonnikova (Pussy Riot) van 26 juli 2013

Afbeelding

De onderstaande tekst is een vertaling uit het Russisch van de op 26 juli 2013 in de rechtbank door Nadezjda Tolokonnikova (een van de veroordeelde leden van de punkrockband Pussy Riot) uitgesproken redevoering, in het kader van haar (opnieuw geweigerde) aanvraag tot vervroegde vrijlating. De Russische tekst werd diezelfde dag gepubliceerd door Radio Svoboda.

“Opnieuw wil ik het hebben over heropvoeding. Voor de zoveelste keer op rij kom ik tot de overtuiging dat authentieke opvoeding in Rusland enkel kan bestaan op autodidactische wijze. Als je jezelf niets aanleert, dan zal niemand je wat aanleren. En als ze je toch iets aanleren, dan is het god weet wat. Met de huidige machthebbers heb ik veel, extreem veel stilistische meningsverschillen. Dat aantal wordt stilaan problematisch.

Wat kunnen ons de organen van de staat aanleren? Hoe kan mij iets worden bijgebracht door de strafkolonie, en jullie door pakweg de televisiezender Rossija-1? Tijdens zijn speech na het ontvangen van de Nobelprijs zei Iosif Brodski: ‘Hoe rijker de esthetische ervaring van het individu is, en hoe sterker zijn smaak is, des te duidelijker zal zijn ethische voorkeur zich manifesteren en des te vrijer zal hij zijn – al betekent dat niet dat hij ook gelukkiger zal zijn.’

Opnieuw zijn we in Rusland in zo’n situatie beland dat verzet – en dat verzet is niet in de laatste plaats van esthetische orde – onze enig mogelijke morele keuze en onze burgerplicht is geworden.

De esthetiek van het regime van Poetin is conservatief. Het is geen toeval dat ze consequent, halsstarrig refereert en nieuw leven geeft aan de esthetische opvattingen van twee historisch voorgaande regimes: de esthetiek van het tsarenrijk en de idioot geïnterpreteerde esthetiek van het socialistisch realisme, met zijn aan de leider loyale arbeiders van de spreekwoordelijke Oeralwagonfabriek. Die reanimatie gebeurt dermate lomp en ondoordacht, dat de ideologische apparaten van het politieke bestel geen enkele lof toekomt. Zelfs een woestenij is, in haar minimalisme, bekoorlijker en aantrekkelijker.

Iedere instelling die in Rusland afhangt van de staat, en zeker een dermate belangrijk onderdeel van de staatsrepressiemachine als de strafkolonie, draagt met kruiperige toegewijdheid bij tot die petieterige esthetiek.

Als je bijvoorbeeld een vrouw bent, zeker als je jong en enigszins aantrekkelijk bent, dan ben je gewoonweg verplicht om deel te nemen aan de schoonheidswedstrijden die in de strafkolonie georganiseerd worden. Als je niet deelneemt, kom je niet in aanmerking voor vervroegde voorwaardelijke invrijheidsstelling vanwege het aan je laten voorbijgaan van de Miss Charming-wedstrijd. Als je niet deelneemt, dan betekent dat, volgens het besluit van de strafkolonie en van de rechtbank die haar napraat, dat je niet actief wil deelnemen aan het leven. Mijn standpunt is net dat mijn principiële en weldoordachte actieve deelname aan het leven zich manifesteert in de boycot van de schoonheidswedstrijd. Mijn actieve levenshouding – die van mij alleen is, en niet samenvalt met de conservatieve houding van de strafkampdirectie – brengt me tot de studie van boeken en kranten, waarvoor ik zoveel mogelijk tijd tracht te maken door naar de afstompende activiteiten van de strafkolonie mijn kat te sturen.

Overal – op de schoolbanken, in de gevangenissen, aan de universiteit, in de kieshokjes en voor televisie – worden we aangeleerd te gehoorzamen, te liegen, op onze tong te bijten, ‘ja’ te zeggen als we zin hebben in ‘nee’. Als we ons willen wagen aan de grote beschavingsopgave zullen we in onszelf, in onze kinderen en in onze vrienden een tegengif moeten ontwikkelen voor deze gedweeheid, die de mens opvreet.

Ik eis dat een kat een kat genoemd wordt. Het klopt dat ik gedeeltelijk gezakt ben voor de toets van de strafkolonie aangaande mijn loyaliteit aan het conservatieve waardensysteem en zijn esthetiek, maar het is ridicuul om te beweren dat ik geen actieve levenshouding aan de dag leg.

Niet minder ridicuul zijn de zogezegde “overtredingen” die mij ten laste worden gelegd. Het is waar dat ik uit mijn eerste cel aantekeningen meegenomen heb waarin de hel en de onmenselijke omstandigheden beschreven worden die de voorlopige hechtenis in Moskou voor mij betekenden. Natuurlijk zijn de medewerkers van die gevangenis vreselijk kwaad op mij geworden, hebben ze me een overtreding aangesmeerd en hebben ze me op volledig illegale grond verbod gegeven om zelfs in mijn eigen cel aantekeningen te maken – met hun eindeloze doorzoekingen van mijn cel hebben ze me al mijn aantekeningen afhandig gemaakt. Het is waar dat ik in het kampziekenhuis tijdens mijn hospitalisatie vanwege hevige hoofdpijnen geen buiging tot op de grond gemaakt heb tegenover een van de plaatselijke medewerkers, die daardoor op zijn tenen was getrapt. Het klopt dat ik in club IK-14 geweest ben. En wat dan nog? Tijdens de behandeling van mijn aanvraag tot vervroegde voorwaardelijke invrijheidsstelling door de rechtbank van het arrondissement Zoebovo-Poljanski, was me gezegd om in de strafkolonie deel te nemen aan het verenigingsleven.

Mijn vriendin Marija Aljochina kreeg een negatief antwoord op haar aanvraag tot vervroegde voorwaardelijke invrijheidsstelling omdat ze – O, wat een onheil! – op haar werkplaats gesignaleerd was zonder wit hoofddoekje. Ik vraag me af of de rechter die een dergelijke verordening uitspreekt beseft waar hij mee bezig is.

Ik weet dat ik in het Rusland dat Poetin achternaholt nooit vervroegd zal vrijkomen. Ik ben naar deze rechtbank gekomen om nogmaals de absurditeit aan het licht te brengen van de olie-gas-en-grondstoffen-rechtspraak, die mensen verdoemt tot een zinloos bestaan in een strafkamp, zogezegd vanwege aantekeningen en hoofddoekjes.

Het is van belang om diegenen die vandaag de kracht en de macht hebben om ons te verpletteren eraan te herinneren dat niemand hen garanties kan geven over waar ze morgen zullen staan. De macht is niet eindeloos – dat is zelfs nog onvermijdelijker dan dat twee maal twee vier is. Als machthebbers – en dat geldt voor hen allemaal – dat inzien, dan moeten ze zichzelf beteugelen. Om hun eigen toekomst veilig te stellen.

De machthebbers krijgen vast nog eens de rekening gepresenteerd voor hun opvoeding van de conformistische massa, voor hun heropvoedingsmaatregelen – over opvoeding gesproken! – om het individu te doen aansluiten bij de gehoorzame massa. Want een macht die gebaseerd is op loyaliteit en bereidheid tot gehoorzaamheid, en niet op de doordachte principes en de overtuigingen van haar onderdanen, is zwak. Als jullie macht gebaseerd is op de indifferentie, of zelfs op de angst van de mensen, dan is dat voor jullie bijzonder slecht nieuws. Morgen zal wie uit conformisme zijn stem aan Poetin gaf aan de kant gaan staan van wie dan de nieuwe macht zal uitmaken.

Vroeger ergerde ik me aan het argument ‘Wie anders dan Poetin?’. Nu haal ik daar plezier uit, steeds meer en meer. Want dat argument impliceert geen getrouwheid aan Poetin, maar wel een latente verwerping. Alternatieven zijn er steeds meer en meer. Hun aantal groeit onder meer vanwege de onbehouwen, paniekerige, repressieve acties van de machthebbers. Ongezien ridicuul is de reactie die ze uit hun hoed getoverd hebben ten overstaan van Aleksej Navalnyj, die daarentegen blijk gegeven heeft van principes, moed en getrouwheid aan zijn overtuigingen. Daardoor is het politiek kapitaal van Navalnyj toegenomen, en niet dat van de machthebbers.

Ik ben trots op iedereen die bereid is op de bres te gaan staan voor zijn principes. Enkel op die manier kunnen er grote politieke, morele en esthetische veranderingen komen. Ik ben trots op iedereen die op een zomeravond uit zijn comfortzone gekomen is, die op 18 juli [NVDV: toen vond een spontane demonstratie plaats tegen het vonnis in de zaak Navalnyj] de straat op is gegaan om zijn rechten op te eisen en zijn waardigheid als mens te verdedigen.

Ik weet dat onze symbolische macht, die voortkomt uit overtuigingen en moed, jaar na jaar sterker wordt, dat ze aan het veranderen is in iets groters. En dan zullen Poetin en wie uit zijn hand eet over de staat de macht verliezen.”

Getagged , , , , , , , , , , , , , ,

Heksenproces tegen Pussy Riot

Op 17 augustus 2012 zijn drie leden van de Russische punkrockband Pussy Riot elk tot 2-jaar strafkamp veroordeeld omdat ze zich op 21 februari 2012 in de Moskouse Christus-de-Redder-Kathedraal tot de Moeder van de Laatsgenoemde hebben gericht met een tot nog toe onverhoorde muzikale smeekbede om Rusland te verlossen van Poetin. Hieronder enkele beelden van de betoging in Brussel tegen dit rechtelijk miskraam. Voor meer informatie over de manieren om deze politieke gevangenen te steunen, zie http://freepussyriot.org.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Getagged ,